In de beginjaren lag het accent bij de vereniging welke het evenement kreeg toegewezen door de Westfriesche Schaakbond en het vervolgens geheel organiseerde.

Tijdens de eerste oorlogsjaren werd het nog moeilijker en speelde men wel wedstrijden thuis waarbij werd aanbevolen om een lid van de vereniging mee te nemen die dan meteen de zetten kon noteren. In 1943 werd het laatste kampioenschap gespeeld van de Westfriesche Schaakbond en in 1952 werden deze voortgezet namens de Schaakkring Westfriesland. Tijdens dit eerste jaar werd er per vereniging een wedstrijdleider aangewezen. B.M. Lieshout, Caïssa; J.W. Boogaard, K.T.V.; P.M. Bootsman, Schaaklust.
In 1954 is het nog alleen P.M. Bootsman die wedstrijdleider is. Deze zal begin 60-er jaren worden afgelost door de heer A. Vijn, K.T.V. die op zijn beurt in 1970 werd afgelost door A. Apeldoorn, Schaaklust en de laatste in de rij is Job Bueno de Mesquita, Schalmloper, die als eerste wedstrijdleider de officiële papieren in zijn bezit heeft en K.N.S.B.-wedstrijden leidt.


Tijdens de schaakkring periode lag de organisatie in het begin bij Schaaklust en vooral W. Gutter vanaf de begin 60-er jaren heeft er veel aan gedaan om tot een goede voortgang te komen. Hij heeft in 1979 de fakkel overgedragen aan Arie Karreman tot op heden samen met Job Bueno de Mesquita de organisatie trekt.
In 1979 moesten doordat in de voorafgaande jaren teveel afberichten de voortgang van de reguliere strijd bemoeilijkten wat drastische maatregelen worden genomen. De data staan nu keihard vast en bij grote uitzondering mag een partij vooruitgespeeld worden. Afbericht om welke reden dan ook staat nu gelijk met verlies
.

 

Schaakarbiter Job Bueno de Mesquita

'Mijn voornaamste zorg is bewaren van de rust'

 

WESTWOUD - "Je treedt vaak gevoelsmatig op. Doet wat je op dat moment wordt ingegeven. Wat jou het beste lijkt. Schaken is een denksport. De spelers mag je niet uit hun concentratie halen. En als er dan wat is, moet je dat zien op te lossen zonder dat de andere spelers in de zaal er last van hebben."

Een van de eerste dingen die schaakarbiter Job Bueno de Mesquita uit Westwoud doet, is het manen tot stilte. "Je sist een paar maal ,'ssstt...ssstt en dan weet iedereen wat je bedoelt", zegt Bueno zoals hij vaak door de schakers in West- friesland wordt genoemd. Hij is deze weken actief als scheidsrechter bij het schaakkampioenschap van West-Friesland, maar ook op hoger niveau 'fluit' hij zijn partijtje mee. In de landelijke competitie is hij vaste arbiter in de hoogste klasse. Hij reist regelmatig naar Leeuwarden, Nijmegen of Eindhoven en wat dichter bij huis was hij onlangs arbiter in Bergen bij de wedstrijd tussen de Koningsclub en Volmac.

En daarmee leidde Bueno een van de belangrijkste ontmoetingen uit de
competitie. "Door die grote schaakkopstukken word je vaak uitgeprobeerd. Komen ze voor een wedstrijd een praatje met je maken. Willen ze weten tot hoever ze met je kunnen gaan en of je bent te beïnvloeden. Tenminste, dat laatste proef ik duidelijk uit de verschillende gesprekken die ik met de kopstukken gevoerd heb."


In Bergen zaten dan onder anderen. Jan Timman. Rob Hartoch en Kick Langeweg achter het bord. De laatste partij was die van Jan Timman en niemand wilde het vervolg van die partij missen. Rijen dik stonden de belangstellenden om zijn bord heen. "Op zo'n moment treed je op. Ik heb Timman gevraagd of hij het hinderlijk vond. Hij had echter geen last van al die mensen. Nou dan heb ik mijn plicht gedaan," aldus Bueno.


Op 12-jarige, leeftijd is hij zelf met schaken begonnen. "Op mijn 35e ben ik gestart bij Schalmloper, toen ik vanuit Amsterdam hier in Westwoud kwam wonen. Ik speel nu aan het zevende, achtste bord. Heb wel hoger gespeeld, maar ik zit nu net in een drukke periode en dan ben je achter het schaakbord niet altijd bij met je gedachten."

Mondeling
 

In 1976 heeft Bueno de mondelinge cursus voor arbiter gevolgd. Nadat hij geslaagd was, werd hij voor het IBM-toernooi gevraagd. "Zo ben ik er wat ingerold. Voor het Westfries kampioenschap heeft Arie Karreman me gevraagd." Allicht wijkt het arbitreren bij schaakwedstrijden af van de handelwijze van bij voorbeeld een voetbalscheidsrechter. Bueno heeft nog nooit een speler weg hoeven sturen. Ziet hij iemand een onregelmentaire zet doen, dan wordt de schaker daar op geattendeerd. Gebeurt er iets onrechtmatigs dat hij zelf niet gezien heeft, dan kan hij getuigen inschakelen. "Meestal begin je een gesprek met de spelers. Met de sportiviteit van de schakers valt het trouwens best mee. Wij lopen niet met gele of rode kaarten op zak. Belangrijkste van een schaakarbiter is zijn aanwezigheid. Als je niets hebt te doen, heb je het goed gedaan.

Vlak voor een wedstrijd kijk ik al het materiaal na. Of de borden goed liggen, de stukken goed staan en de klokken functioneren. In tijdnood kom je weer langs de borden voor inspectie. Het noteren van de partij is een zaak van de spelers zelf. Daar bemoeit een arbiter zich niet mee. Bij het snelschaken heb je het als arbiter veel drukker. Dan gaat het zo vlug dat onregelmatige zetten je kunnen ontgaan.
Echt aangeven wat een schaakarbiter wel of niet moet doen, is erg moeilijk. Je moet het zelf aanvoelen en altijd handelen in de geest van de spelregels. Beslist niet op je strepen gaan staan. En vooral de rust bewaren," besluit Bueno de Mesquita.

COR WESTERVELD

Copyright © 2010 Westfries Schaakkampioenschap | Website realisatie: BeNancy Media