Bij het zoeken naar oude krantenverslagen van de schaakclub "Aartswoud,voor het maken van een jubileum boek in verband met het 50-jarig bestaan in 1987, ben ik stukjes tegengekomen over de strijd om het Westfries kampioenschap.
Deze heb ik toen gekopieerd om eventueel aan belangstellenden te tonen. Echter na het verschijnen van het jubileumboek kwam de "kriebel" om verder te zoeken naar de wetenswaardigheden over dit kampioenschap en de mensen die daaraan hebben meegedaan. Stukje na stukje wordt de legpuzzel steeds completer tot een moment dat duidelijk is dat er zeer waarschijnlijk niets meer te vinden zal zijn en het aantal witte vlekken vrijwel verdwenen is.

Door een bekend krantenknipsel
uit 1936 is lange tijd gedacht dat het kampioenschap toen is begonnen. Bij het zoeken naar gegevens over de Westfriesche Schaakbond komen er nieuwe feiten aan het licht die aangeven dat het eerste kampioenschap is gespeeld in 1934.
Waarom er in 1935 niet is gespeeld, is niet te achterhalen ondanks gesprekken met de heren Appel, Gutter en Bos.

Wel is door een passage uit jaarverslag 1936-1937 van de Westfriesche Schaakbond duidelijk geworden waarom de heer Appel na 1936 niet meer heeft meegespeeld:
"Dhr. Velzeboer vindt dat men voor 't persoonlijk Kampioenschap lid moet zijn van de W.F.S.B.
Na veel gepraat en stakende stemmen besluit men dhr. D. Appel te Alkmaar de wisselbeker te laten behouden (tenzij hij lid wordt) zodat er geen twistappel meer is."

In
1937 zijn er in verschillende delen van West-Friesland twee tijden-een soort zomer- en wintertijd- en dat levert bij afspraken voor evenementen in andere plaatsen soms problemen op. Zo ook voor de heer Gutter die op de fiets een uur te laat arriveert voor zijn eerste. partij in het "Theehuisje" te Medemblik.
Men maakt daar echter niet zo' n punt van en deze partij wordt gespeeld terwijl de rest van de spelers aan de
lunch gaat..

1939 wordt een jaar
met een probleem. Tijdens de wedstrijden op de tweede Paasdag zijn er een paar afgebroken partijen, die die dag doortijdgebrek niet uitgespeeld. kunnen worden.
In de notulen van de Bondsraadvergadering van 26 april 1939 lezen we:
"Dhr. Bos wil zich terugtrekken als Dhrn. Gutter en David gelijk eindigen; Dit vinden Dhrn. Loots en Prikkel niet
juist. Hoewel de heeren van 't eerste viertal er niet veel voor voelen stelt Prikkel voor de hangpartijen toch te laten uitspelen. Dhr. Kieft wordt alvast verzocht de partij Bos-Gutter bij te wonen. Mocht hier geen winnaar uit dit viertal tevoorschijn komen, dan zal er dit jaar geen kampioen zijn. Aldus besloten."
Het gekke hiervan is dat in het Officieel Orgaan van de West-Friesche Schaakbond nr. 6 van juni 1939 de uitslagen van de partijen worden vermeld met als uitslag bij de partij Bos
- Gutter een remise. Dus niet afgebroken.

In hetzelfde nummer treffen we de volgende alinea aan: "De Heeren die aan de wedstrijd om het kampioenschap van West-Friesland hebben deelgenomen en waarin, door diverse omstandigheden tot nu toe geen beslissing is gekomen, worden medegedeeld, dat door het Bondsbestuur met het oog op het vergevorderd seizoen van verdere organisatie wordt afgezien."

Het laatste officiële woord over deze kwestie wordt gesproken in de notulen van de Bondsraadvergadering van 11 oktober 1939:
Dhr.
Zwaan uit z'n ontevredenheid over de persoonlijke kampioenswedstrijd. Voorz. antwoordt hierop dat bestuur zich niet
laat ringelooren, doch dat 't door een en ander "te laat in de tijd" werd en wenscht uitdrukkelijk dat deze aangelegenheid, zooals uit de voorgelezen notulen blijkt, afgehandeld is."
Uit gesprekken met de heren Gutter en Bos is komen vast te staan dat Bos op de fiets vanuit Medemblik naar Andijk is geweest om een
nieuwe partij te spelen. De wedstrijdleiding heeft Bos daarom verzocht doch Gutter weet van niets en is het er niet mee eens. Hij wil de afgebroken partijen eerst uitspelen en bij gelijk eindigen pas beslissingswedstrijden. Partij niet gespeeld en door de nogal gebrekkige communicatiemogelijkheden (bijna niemand heeft telefoon en de P.T.T. doet er iets langer
over dan nu) en het feit dat de afstanden meestal per fiets moeten worden afgelegd, hebben er duidelijk toe bijgedragen dat de strijd niet is afgemaakt.

In
1940
worden er na voorronden een aantal tweekampen gehouden bij de spelers thuis die geen problemen opleveren maar wel veel beslissingspartijen.
 

Uit een verslag van de Bondsraadvergadering van 3 juni 1941 blijkt dat de kampioensbeker spoorloos is:
"De schoone lei is er nog niet, immers de beker voor 't Persoonlijk kampioenschap is zoekgeraakt Er zal echter -alvorens tot 't aanschaffen van een nieuwe over te gaan- eerst onderzocht worden waar de vrachtrijder van Andijk de beker bezorgd heeft, indien dit -gezien de tusschenliggende tijd- nog te achterhalen is."

Een smet valt er te betreuren in 1942. In het jaarverslag van schaakvereniging K.T.V. komt de volgende passage voor:
"In de strijd om het kampioenschap van West-Friesland zijn we niet gelukkig geweest; daar onze Sterkste speler (de heer David, van Joodse origine en voor de oorlog uit Duitsland gevlucht RB) helaas hieraan niet kon deelnemen wat door ons allen als een persoonlijke kwestie werd aangevoeld.
Dhr. Vreeken is in deze wedstrijden niet gelukkig geweest, laten wij hopen dat het hem een volgende keer gelukken zal dit kampioenschap op zijn naam te brengen."
Onduidelijk is wie hier de hand in heeft en op welke manier dit is gespeeld, maar in 1943 prijkt hij weer op de deelnemerslijst en is er blijkbaar geen oppositie meer tegen zijn meespelen.

Na 1943 zijn de oorlogsperikelen aanleiding om er een punt achter te zetten en pas in 1952, en wel op 25 maart, wordt er een bijeenkomst gehouden tot oprichting van een "Westfriese Schaakkring" die onder andere tot doel heeft het organiseren van wedstrijden om het persoonlijk kampioenschap van West-Friesland. De Schaakkring komt er na een aantal vergaderingen door en afgevaardigde spelers van de verenigingen Caïssa, K.T.V. en Schaaklust spelen om het kampioenschap.
De Westfriesche Schaakbond is in de oorlogsjaren geruisloos ter ziele gegaan en de aangesloten verenigingen zijn allen na diverse correspondentie en een vergadering van de clubs met een afvaardiging van de N.H.S.B. in 1946 lid geworden van de Noord-Hollandse Schaakbond.

Om de twee jaar wordt er dan om het kampioenschap gespeeld en dit verloopt vlekkeloos tot 1966 toen de toenmalige wedstrijdleider A. Vijn (K.T.V.) moet vaststellen dat de heer Schraa niet verschijnt op de afgesproken tijd en plaats. Vergeetachtigheid is hiervan de oorzaak Dit leidt tot strubbelingen en het verder
wegblijven van de heer Schraa.
D
e heer Hart heeft zeer waarschijnlijk door ziekte van verdere deelname af moeten zien.

Ook in latere jaren als het aantal deelnemende verenigingen en dus deelnemers is gestegen komt dit zeer vervelende euvel nog wel eens voor. Een verliespartij is dan het normale gevolg.

In 1970 besluit men het kampioenschap jaarlijks te houden nadat inmiddels Aartswoud is toegetreden en het
aantal deelnemers tot 8 is gestegen.

In 1978 wordt er op initiatief van Caïssa een vergadering van de Schaakkring belegd waarin wordt besloten om Groene Zes met onmiddellijke ingang mee te laten doen zodat het aantal deelnemers oploopt tot 10 en men besluit de nieuw opgericht verenigingen aan te schrijven om zich aan te sluiten, te weten: Medemblik, S.V.H., Attaqueer en Schalmloper.
Hierdoor stijgt het aantal deelnemers tot 14 en dat zal in de daarop volgende jaren schommelen tot een top van 18 in 1993.

Eind 80-er jaren wordt besloten dat ook niet bij de N.H.S.B. aangesloten verenigingen lid kunnen zijn van de Schaakkring.

Rob Bijpost "Aartswoud"



Copyright © 2010 Westfries Schaakkampioenschap | Website realisatie: BeNancy Media