Schalmen achter het schaakbord

Posted by Co Buysman on 3 maart 2015 in Verslag |

Alweer een aantal jaren komt de regionale schaaktop in De Schalm bijeen voor een ronde van het Westfries kampioenschap. Op deze derde avond staat het winterse weer in schril contrast met de sfeer in de Westwoudse speelzaal van Degoschalm. Guur en koud buiten, aangenaam warm binnen.
Voorzitter Gerard Broersen ontbreekt, het openingswoord niet. Erik Piet neemt de honneurs waar en heet alle deelnemers welkom om vervolgens op de hoek te wijzen waar de koffie stond te pruttelen. Stond, want veel aanwezigen – ook zo’n tien leden van de thuisclub – genieten van een vol bakkie naast het schaakbord. Erik heeft het gezien en hij is al naar cafébaas Kees Ooteman gelopen. ,,De volgende pot koffie is onderweg.’’
Dorpshuis De Schalm is een waardevol middelpunt in Westwoud, maar ik heb me vaak afgevraagd wat een schalm is. Tijd om dat uit te zoeken. Het woord gaat terug naar de vijftiende eeuw, toen het de betekenis had van een (ijzeren) band om een vat. Later is het een schakel geworden, een onderdeel van een ketting. Beide hebben iets van verbinden, bij elkaar houden te maken en je zou kunnen zeggen dat de zestien WFK-schakers schalmen zijn. Ze, in wisselende samenstellingen, houden al jarenlang het Westfries kampioenschap bij elkaar. Ruim zestig edities hebben we inmiddels achter de rug.
Als op zeven borden, de partij Sjoerd Kelder-Nick Manshanden is vooruitgespeeld, de eerste zetten worden gedaan, is het een mooie gelegenheid om wat rond te kijken in de sfeervolle zaal. Vlak naast de ingang hangt een oude kaart van Nederland, zonder jaartal. Zo’n ouderwetse landkaart die je vroeger in de lokale van de lagere school zag. Iedere provincie heeft een andere kleur en in het oranje-achtige Noord-Holland zijn Westwoud en Venhuizen, waar Degoschalm ook speelt, makkelijk te vinden.
Dat geldt niet voor de A7, want die staat er niet op. Het ontbreken van een jaartal intrigeert. Wanneer is die landkaart gemaakt? We kijken verder en zien dat Oostelijk Flevoland in aanleg is en Zuidelijk Flevoland in ontwerp. Zeeland heeft nog open verbindingen naar de zee.
Aha! Oostelijk Flevoland is tussen 1950 en 1957 aangelegd, de Deltawet is in 1958 aangenomen. De landkaart moet dus zo’n zestig jaar oud zijn. ,,Gekocht op een rommelmarkt’’, zegt Kees Ooteman, als hij weer een volle pot koffie komt brengen.
De kaart is van de AVS, de Algemene Verzekering Sociëteit. Maar ook het logo van de VVM, de Verenigde Verzekeringsmaatschappijen (later AMEV, weer later Fortis en tegenwoordig ASR), staat erop. AVS is in 1954 een dochter van VVM geworden en wie weet gaf dat aanleiding tot het vervaardigen van de landkaart.
En hoe zag de schaaklandkaart van Westfriesland er in 1954 uit? Die was wat witter geworden. Aartswoud, Caïssa, KTV en Schaaklust namen deel aan de bondscompetitie, maar in veel plaatsen waren de schaakliefhebbers matgezet. Medemblik, Oostwoud, Opperdoes, Spanbroek, Twisk om enkele te noemen, hadden geen schaakclubs meer. De Groene Zes werd in 1958 opgericht, Degona enkele seizoenen later en Attaqueer, De Schalmloper en Revanche dateren uit de jaren zeventig. De wieg van De Pionier werd in 1989 aangeschaft.
Er was ook een Westfries kampioenschap in 1954. Drie clubs werden vertegenwoordigd. Caïssa door Langenberg en Lieshout, KTV door David en Struik, Schaaklust door Dijkstra en Gutter. In een spannende titelstrijd viel de beslissing op het eind, zoals het hoort. Na drie van de vijf ronden was Dijkstra met twee punten koploper, gevolgd door vier man met 1½. Struik versloeg hem en werd de nieuwe ranglijstaanvoerder en de KTV’er handhaafde zijn leidende positie door de slotpartij, tegen Gutter, ook naar zich toe te trekken.
In Westwoud wordt er niet op drie tafeltjes maar in twee lange rijen geschaakt. Ik kijk even bij de clubpartij Carlo Oud-Bas Doodeman. De witspeler zat een jaar geleden als debuterend WFK-speler in de andere rij. Bij een gemiddelde rating van 1818 deed de Degoschalm-routinier (rating 1563) het toen bepaald niet verkeerd met een eindscore van 2½ punt. ,,Het was wel zwaar hoor, schaken tegen zulke sterke tegenstanders. Het is leuk, maar niet ieder seizoen. Misschien eens in de vijf jaar’’, aldus Carlo die in een dame-eindspel het onderspit zal delven, terwijl hij een jaar geleden in dezelfde zaal tegen Andrew Weltevreden zijn eerste Westfriese overwinning boekte.
Aan de muur aan de overzijde hangt een klein wit bord met in zwarte letters de tekst ‘I’m not bossy, I just have better ideas’. Wie van de veertien WFK-gangers hebben deze avond de beste ideeën?

Na twee enerverende partijen besluiten Sjoerd Kelder en Nick Manshanden om in de derde ronde tegen elkaar niet het onderste uit de kan te halen. Hun vooruitgespeelde partij verloopt in het Nimzo-Indisch volgens de theorie en Fritz waardeert dat met een heel lichte plus voor wit, van 0.01 in de openingsfase tot 0.34 na de slotzet.

Sjoerd Kelder (1864) – Nick Manshanden (1777) ½-½

Hoe anders is de strijd tussen de overige koplopers. In 2012 nam Lourens van Veelen het ook in de derde ronde op tegen Piet Reus en die Engelse partij eindigde na een lange zit – 79 zetten – in remise. Beide toppers gaan nu op de Franse toer en dat pakt voor de witspeler prima uit. Zwart geeft de dekking van veld f6 uit handen, waardoor de KTV-routinier de gelegenheid krijgt om met dame (op h6) en paard (op g5) aan een gevaarlijke aanval te beginnen. Beiden steken veel tijd in het investeren van hun plannen, maar de klok van Lourens tikt wat sneller en dat breekt hem op. Het idee is prima, de eerste zetten van de uitvoering ook. Een soort alles-of-niets-uitval van het Andijker damepaard zorgt voor wat tegendreigingen en de aanvalsmachine van wit hapert. Met nog weinig seconden over accepteert hij een remise-aanbod van Piet.

Lourens van Veelen (1862) – Piet Reus (1859) ½-½

Ronald Ritsema en Peter van der Schee gaan op herhaling. Twee jaar geleden in de vierde ronde zegevierde Ronald met wit en dat gebeurt nu weer. En enigszins op dezelfde manier. Na vijf zetten staat dezelfde stelling op het bord. Net als in 2013 komt Peter in het open Catalaans een pion voor, maar heeft wit een actievere stelling. Cruciaal is zwarts keuze om een tweede pion te nemen. Het lijkt te kunnen, al verliest de GZ’er door de aansluitende dameruil de controle over veld b6. Dat breekt hem op. Zwart heeft drie stukken (Ta8, Pb8, Lc8) nog op de beginvelden staan en door een uitstekende loper- en paardzet van zijn opponent gaat hij veel materiaal verliezen.

Ronald Ritsema (2004) – Peter van der Schee (1931) 1-0

Aan strijdlust in dit kampioenschap geen gebrek. Er wordt op vrijwel alle borden verwoed om de punten gestreden en het geringe aantal remises lijkt daarmee verklaard. Rob van den Heuvel en Rik van Ingen kennen elkaar van de clubcompetitie bij Aartswoud en gaan in de speelzaal van Degoschalm door tot het gaatje. Vlak voor middernacht valt de beslissing, ten gunste van Rob.
In eerste instantie is de damevleugel het strijdtoneel. Daar heeft wit een pion gewonnen, al is het voordeeltje een dubbelpion op de b-lijn. Het aanvallende antwoord van Rik levert hem wat later een pion voorsprong op, maar na dameruil gaan de twee met gelijk materiaal (toren, drie lichte stukken, vier pionnen) richting het eindspel. Zwart heeft een vrijpion op d4 en wil die verder naar voren sturen, zijn opponent moet die tegenhouden. Alles doet mee en kort na de eerste tijdcontrole offert de zwartspeler de kwaliteit om zijn sterke pion op d2 te posteren. In een zinderende fase kan wit nog net op tijd zijn koning van h1 naar e2 brengen. Na paardruil verhindert de monarch de promotie en heeft wit ondertussen twee pionnen meer en gewonnen spel.

Rob van den Heuvel (1910) – Rik van Ingen (1810) 1-0

Voor Erik Romkes en Rik Slaman is een plaats in de subtop inzet van hun partij.Ook zij kiezen voor het Frans, waarin wit al snel zijn aanvallende aspiraties op de koningsvleugel toont. Op de half open g-lijn oogt de zwarte koning kwetsbaar, maar Rik kan een degelijke defensie opbouwen en probeert met verdubbeling van zijn torens op die g-lijn tegengas te geven. Zijn koning wandelt naar d6 en staat daar achter een pionnenmuur solide. Erik heeft ondertussen een stevige pionnenmeerderheid op de koningsvleugel en offert een stuk voor twee centrumpionnen om met een actiever paard de druk te vergroten. Als hij zijn torens verdubbelt op de open e-lijn, geeft zwart het stuk terug om de pionnenmeerderheid te kraken. Dat lukt en de Torenhoog-speler lonkt zelfs naar een extra pionnetje (op h5). Zwart jaagt op de verdediger van die pion en staat plotseling gewonnen, als na een paardvork kwaliteitswinst op komst is.

Erik Romkes (1755) – Rik Slaman (1824) 0-1

Lukas Boots en Dirk Lont laten de toeschouwers lang in het onzekere over hun afloop. Het middenspel gaat in met een gesloten stelling (pas op de negentiende zet gaat de eerste pion van het bord) en als zwart die enigszins opent, komt hij door de half open f-lijn en de diagonaal a8-h1 iets beter te staan. Na het afruilen van het een en ander is Dirk een pion voorgekomen, maar met elk een dame en toren beschikt Lukas voorts over een actieve loper en zwart over een paard die niet direct meedoet. De Caïssa-Eenhoorn-speler heeft bovendien al veel tijd verbruikt. Na dameruil komt wit een pion voor en als ook de torens verdwijnen, is de stelling in evenwicht. Dan slaat de klok genadeloos toe; zwart komt drie zetten te kort om de controle te halen.

Lukas Boots (1687) – Dirk Lont (1775) 1-0

Vier jaar geleden nam Jan Stapel voor het laatst deel aan het Westfries kampioenschap. Hij legde toen beslag op de vijfde plaats, mede dankzij een overwinning op Andrew Weltevreden in de zesde ronde. De GZ’er krijgt in Westwoud geen kans om revanche te nemen, al is hij wel lang bezig om dat te realiseren. In een aantrekkelijke Siciliaan heeft hij na dertien zetten pionnen op c4, e4, f4 en g4. Jans kennis van die opening is groot en hij pareert de eerste dreigingen. Als hij na ruim twintig zetten zijn ontwikkeling voltooit, heeft hij het initiatief overgenomen en dat levert hem kwaliteitswinst op. Na dameruil kan zwart de partij met actief torenspel afronden, maar daar wacht Andrew niet op.

Andrew Weltevreden (1702) – Jan Stapel (1740) 0-1

Jos Vlaar (1718) – Jaap Gorter (1968) 0-1
Jaap Gorter heeft zijn eerste overwinning te pakken. Voor een titelverdediger staat de ervaren Andijkse schaker te laag en dat toont hij aan met een goede partij tegen Jos Vlaar. De witspeler moet het initiatief aan zijn opponent laten; vooral de bezetting van zwarts dame en loper op de diagonaal naar h2 oogt gevaarlijk. Jaap moet wel zorgen dat alle stukken goed worden verdedigd – Jos heeft dame en toren op de open f-lijn en dreigt met mat op f8 – voert beetje bij beetje de druk op de koningsstelling op. Een toren van zwart versterkt de aanval en dan beseft de voorzitter van Attaqueer dat zijn verdediging niet meer te redden is.
1. d4 d5 2. e3 e6 3. Pf3 f5 4. c4 c6 5. a3 a5 6. Pbd2 Pf6 7. Le2 Ld6 8. h3 0-0 9. 0-0 Pbd7 10. Pe1 Pe4 11. Pxe4 fxe4 12. f4 exf3 13. Txf3 Pf6 14. c5 Lc7 15. Ld3 De7 16. Dc2 e5 17. dxe5 Dxe5 18. Df2 Ld7 19. g4 Pe4 20. Dg2 Pxc5 21. Lc2 Pe4 22. Pd3 De6 23. Tf4 Dh6 24. Txf8+ Txf8 25. Pf4 Lb6 26. Kh2 Dh4 27. Lxe4 dxe4 28. Ld2 g5 29. Le1 Dh6 30. Ph5 Lxe3 31. Dxe4 Te8 32. Dc4+ Le6 33. De4 Lf7 34. Df5 Dd6+ 35. Pg3 Lf4 36. Lf2 Lxg3+ 37. Lxg3 Te2+.

Copyright © 2010-2024 Westfries Schaken Kampioenschap All rights reserved.
This site is using the Desk Mess Mirrored theme, v2.5, from BuyNowShop.com.