Schaken voor een miljoenenpubliek

Posted by Co Buysman on 16 maart 2017 in Verslag |

Een dik jaar geleden kende het Westfries kampioenschap een primeur. Na zo’n 2500 partijen op een notatieformulier of in een notatieboekje (vanaf het begin in 1934) kon de eerste ronde dankzij het gebruik van liveborden in de hele wereld rechtstreeks worden gevolgd. We zijn terug in de speelzaal van Caïssa-Eenhoorn en andermaal hebben Martijn de Wit en Rinus en Sernin van de Krol er voor gezorgd dat de deelnemers voor een miljoenenpubliek spelen.

De multifunctionele accommodatie De Kreek in de Hoornse wijk Bangert en Oosterpolder heeft een moderne uitstraling. Het gebouw werd in september 2012, een paar maanden na de fusie van Caïssa en HSV De Eenhoorn, in gebruik genomen. Als eerste sportverenigingen maakten Hoppers (basketbal), Double V (formatiedansen), Blokker (handbal), turnen (HG&TC) en Wham Wham (volleybal) hun entree.
Caïssa-Eenhoorn schaakt er nu voor het derde seizoen en is een van de 25 gebruikers van het complex. Onder meer de basisscholen Roald Dahl en Socrates zitten er in, kraamzorgers, Radio Bontekoe, osteopaat Gerben Oosterhout, op sportief gebied zijn er judoka’s en karateka’s, zaalvoetballers en zaalhandballers, kickboksers en streetdancers actief, er worden assertiviteits- en weerbaarheidstrainingen gegeven, mensen kunnen naar De Kreek voor allerlei vormen van therapie en Muziekschool Gerard Boedijn is er gehuisvest. Multifunctioneel is de accommodatie zeer zeker.
Ook de theaterzaal heeft op de 26e clubavond dit seizoen van Caïssa-Eenhoorn een multifunctioneel karakter. We tellen vier schaakonderdelen. Naast de vijfde ronde van het Westfries kampioenschap staat de bondswedstrijd Caïssa-Eenhoorn 6 – Eggert/Purmerend 4 op het programma alsmede de kwartfinalestrijd tussen Robin Duson en Hans de Vries (uit het interne bekertoernooi) en zestien partijen voor de clubcompetitie.
Over muziek gesproken, als op alle borden de openingszetten worden gedaan, luisteren WFK-organisator Nico Weel en ik bij de bar naar de eerste hits van UB40. Van de Engelse reggaegroep heb ik de eerste twee elpees en het gesprek met de gastvrouwen Desi en Ineke krijgt langspeelplaten als onderwerp. Zij zijn van de cd-generatie, in tegenstelling tot de meeste schakers die zijn opgegroeid met de vinylschijven op 33 toeren. Clubgenoot Bas van den Berg komt langs en vertelt dat hij zijn collectie heeft overgedaan aan zijn kinderen. Zo blijven de elpees in de familie.
Ondertussen plaatst Erik Romkes een bestelling. Erik, vorig jaar nog WFK-deelnemer, draagt een schitterend shirt met de beeltenis van professor Zonnebloem. Hij heeft er meer met hoofdpersonen uit de Kuifje-strips. Ook Bianca Castafiore, de nachtegaal. ,,De Milanese nachtegaal’’, corrigeert Erik. Ach ja, muziek.
Voormalig Westfries kampioen Wilko van der Gracht vereert De Kreek met een bezoek. Na een rondje langs de borden verruilt hij het schaakpraatje voor een muziekpraatje. Wilko is fan van de symfonische en jazzrockgroep Saga met zanger M. Sadler. Om misverstanden te voorkomen: hij is niet de schaakgrootmeester Matthew Sadler, maar de in Wales geboren Michael Sadler. Onlangs werd bekend dat de Canadese band na veertig jaar stopt en het laatste concert in Nederland is op 29 april in Uden. Dat is een week voor de laatste ronde van de promotieklassecompetitie, dus dat bijt niet met Wilko’s meespelen bij Aartswoud in het uitduel tegen de huidige koploper De Waagtoren 2.
Van markante muzikanten naar markante spelers uit het rijke Hoornse schaakleven is een kleine stap. Wilko van der Gracht is een kwart eeuw lid geweest van Caïssa en flink wat namen komen dan ook voorbij. Veelvoudig clubkampioen Bert Meester bijvoorbeeld rookte en kon tijdens een partij prachtige kringetjes blazen, precies om een toren. Meindert de Haas was de speler die vrijwel iedere avond een glaasje frisdrank omgooide en Piet Zomerdijk sprak regelmatig om 8.20 uur de historische woorden: ,,Nou, dat was weer een mooie partij!’’ En dan te bedenken dat de competitieronde om kwart over acht was begonnen. Maurits Schagen rekende nog wel eens af met een briefje van duizend gulden en bij Gerrit van der Wolff duurde het even voordat hij een keer erachter kwam dat hij aan het verkeerde bord zat.
Bij de liveborden gebeurt dat deze avond niet. Stel je toch eens voor, terwijl miljoenen schaakliefhebbers meekijken.

Ronald Ritsema (2071) – Dirk Lont (1751) 1-0
Voor Ronald Ritsema wordt het een zware avond. Als concurrent Peter Holscher makkelijk wint van Fred Avis, weet de titelverdediger na een uur wat hem te doen staat. Hij mag geen averij oplopen, maar de zaken draaien niet voorspoedig. Wit gaat in het middenspel dameruil uit de weg en wordt even later geconfronteerd met een vervelende paardvork: op de a1-toren en een isolani op d4. Caïssa-Eenhoorns clubkampioen moet de pion verdedigen om stukverlies te verhinderen en raakt de kwaliteit achter.
Zwart gaat uitstekend verder, maar verzuimt op de 29e zet een stuk te winnen. Na een geforceerde dameruil had hij in dat geval een volle toren voorsprong gehad. Het blijft nu bij een loper, al is de stelling voor Ronald nog steeds penibel. Er ontstaat zelfs een mat in dertien, hoewel dat met weinig tijd op de klok niet direct zichtbaar is. Omdat zijn opponent een tegendreiging heeft, kiest Dirk voor vereenvoudiging. In het dame-eindspel beschikt hij nog steeds over de extra loper en over twee pionnen meer.
De eerste nederlaag voor de ranglijstaanvoerder lijkt eraan te komen, maar de partij krijgt een dramatische ontknoping. Beiden verkeren in tijdnood, als zwart kan toewerken naar dameruil en een loperoffer om met vijf pionnen tegen twee de winst veilig te stellen. Een andere mogelijkheid is het direct opspelen van zijn vrije c-pion. Dirk kan ook nog denken aan … Df5, met dameruil. Het is aan alle kanten uit, maar wit gaat stug door. Met het bizarre 57. … Dd3+ geeft de zwartspeler zijn zwaarste stuk weg.
De meningen over de afloop zijn verdeeld. Het ene kamp vindt dat Ronald het recht heeft om door te spelen, het andere kamp vindt het bepaald niet chic en vraagt zich af of we voortaan niet altijd tot het bittere eind moeten doorgaan. Dat heeft weinig meer met schaken te maken.
Een dag later besluit Dirk om met onmiddellijke ingang zijn deelname aan het Westfries kampioenschap te beëindigen. Op het Tata Steel-toernooi in een stuk of vier partijen en ook vorige week in de bondswedstrijd tegen Opening’64 verknalde hij heel goede stellingen in het eindspel met een blunder. Wellicht dat de optelsom van die slechte ervaringen een rol hebben gespeeld, al verliest het WFK-veld er een prima en sympathieke schaker mee.

Fred Avis (1842) – Peter Holscher (1913) 0-1
Peter Holscher neemt plaats tegenover Fred Avis die door de griep te pakken is genomen en verre van fit aan het bord zit. Aanvankelijk is er weinig aan de hand, maar het gaat mis voor wit, als hij zijn e-pion opspeelt. Het soldaatje op e4 moet het opnemen tegen drie aanvallers en heeft drie verdedigers. Met het eenvoudige 19. … b4 jaagt Peter een van die verdedigers weg en slaat toe op de damevleugel.
Zijn b4-pion is giftig, zoals Fred snel merkt. De beide witte paarden worden aangevallen en hij raakt een van de twee kwijt. Zwart geeft vervolgens veel druk op de stelling van Caïssa-Eenhoorns voorzitter die meteen ook een tweede stuk verliest.

Jan Stapel (1799) – Toine Molenaar (1676) 1-0
Van de grote groep achtervolgers is Jan Stapel de enige die tot winst komt. Hij verslaat clubgenoot Toine Molenaar, waardoor dat peloton van vijf man tot één speler wordt verkleind.
Wit zet zijn partij goed op. In het middenspel volgt redelijk snel een flinke ruil van lichte stukken, waardoor alleen de zwartveldige loper van beiden overblijft. Jan heeft na negentien zetten vier pionnen in en rond het centrum al behoorlijk opgeschoven en die maken het tegenspel voor zijn opponent er niet gemakkelijker op.
Als de f-lijn openvalt, neemt de witspeler die kortstondig in bezit. Het is dan voor hem even zoeken naar de juiste voortzetting. Hij heeft het initiatief, al zit de stelling er rooskleuriger uit, wanneer Toine zijn a-pion weggeeft. Zwart staat meteen toe dat Jan met dame en toren in zijn verdedigen komt. Na dameruil blijft de schade voor de jonge Aartswoud’er beperkt tot één pion achterstand, maar als wit dreigt zijn d-pion te laten promoveren, moet hij de loper offeren om dat te verhinderen. En dan is een serieuze kans op een verrassende uitslag verdwenen.

Lukas Boots (1762) – Piet Aardenburg (1795) ½-½
Lukas Boots en Piet Aardenburg gaan dit Westfries kampioenschap aardig gelijk op. Beide deelnemers verloren in de eerste ronde, maar zijn daarna vier partijen ongeslagen gebleven. Met hun onderlinge remise telt die serie twee hele en twee halve punten.
Qua rating zijn de verschillen niet groot. En ook op het bord doen ze niet voor elkaar onder. Piet trakteert zijn opponent op een dubbelpion op de c-lijn en die tracht Lukas weg te werken met 14. d4. Dat kost hem wel de pion. Zwart kan een groter voordeel realiseren, als hij aan het einde van een afruil met de dame terugslaat op d4 in plaats van met de loper. Nu dat niet gebeurt, wordt er na torenruil op de open e-lijn besloten tot remise.

Jaap Gorter (1893) – Jasper Seelemeijer (1837) 0-1
Jaap Gorter en Jasper Seelemeijer boeken in de vijfde ronde een seizoenrecord. Hun partij is qua zetten de langste van dit Westfries kampioenschap. De zwartspeler brengt zijn totaal op 244 zetten, een gemiddelde van bijna vijftig per partij en dat is pittig lang. In de derde onderlinge strijd brengt hij bovendien de stand op gelijke hoogte. In 2004 en 2013 had Jaap de zwarte stukken; goed voor anderhalf punt.
Het eerste deel van de partij is voor wit die met pionnen op d5 en e4 de bewegingsvrijheid van de witveldige loper van zijn opponent insnoert. Jasper op zijn beurt zet enkele pionnen op de damevleugel in werking en dan moet de Schaaklust-routinier terug.
Er komt activiteit van de lichte stukken op de andere flank. Een paard en een loper worden geruild en ondanks de aanwezigheid van veertien pionnen op het bord kunnen beiden toch aardig uit de voeten met het overige materiaal. Daardoor blijft het spannend en boeiend. Alle torens worden naar de f-lijn gecommandeerd en zwarts f6-pion wordt belaagd. De boel explodeert, maar als de vier torens aan de kant staan zou slechts een zwarte isolani op d5 een volgend doelwit kunnen zijn.
Bij de volgende ruil verliest Jaap een pion, hoewel hij tegengas kan geven met een paardoffer op c4. Wit probeert zijn d-pion naar de overkant te brengen en speelt Pxc4 een zet later. Jasper kan promotie op het nippertje voorkomen en is vervolgens in een paardeindspel met elk drie pionnen behendiger dan de witspeler. Het lukt hem om alle pionnen te veroveren en dan is de winst in zicht.

Rob Bijpost (1786) – Robbert van Dijkhuizen (1835) ½-½
Er zijn veel deelnemers aan elkaar gewaagd, waardoor het opvallend mag zijn dat het aantal remises in de eerste vier ronden beperkt is gebleven tot negen; een gemiddelde van net boven de twee per ronde. Dat wordt in de speelzaal van Caïssa-Eenhoorn verdubbeld. Rob Bijpost – Robbert van Dijkhuizen is een van de vier partijen zonder winnaar.
De opening is niet alledaags. Binnen de kortste keren sneuvelen de b4-pion van wit en de e5-pion van zwart. Beiden zoeken naar initiatief, maar houden elkaar in evenwicht. Veel stukken verdwijnen van het bord en de twee gaan naar een toreneindspel met een loper voor Rob en een paard voor Robbert. De stelling aan twee kanten klopt van a tot z. Zwart heeft twee geïsoleerde pionnen, waar zijn opponent geen jacht op kan maken. Op zijn beurt kan de Caïssa-Eenhoorn-speler de witte verdediging niet kraken.

Piet Reus (1812) – Sido Quarré (1649) ½-½
Hij wacht nog op zijn eerste overwinning, maar Sido Quarré is toch bezig met een goed debuut. Na een prima remise met zwart tegen Piet Aardenburg boekt de KTV-speler in de vijfde ronde met dezelfde kleur hetzelfde resultaat tegen Piet Reus, nog zo’n deelnemer met een schat aan schaakervaring.
Met een doorschuivende b-pion valt zwart al rap een paard op c3 aan. De Schaaklust-speler bedient zich van dezelfde tactiek door met zijn doorschuivende e-pion een paard op f6 aan te vallen. Na de ruil kijkt wit echter tegen een verdediging met zorgen aan. Hij heeft lang gerokeerd en de dubbelpion op de c-lijn oogt als een muur tegen alle eigen stukken die aan de andere kant zijn opgesteld.
De Enkhuizer dame komt op de damevleugel binnen en snoept de a-pion mee. Vervolgens wordt al het zware materiaal geruild en dat is in het voordeel van Piet die zich nu veel minder zorgen over zijn defensie hoeft te maken. De druk is van de ketel en hij kan nu vooruit gaan denken. Er komt wat ruimte op de andere flank en door een handige opstelling van een paard en de zwartveldige loper kan de Andijkse routinier druk geven op enkele kwetsbare pionnen. Voor Sido zijn er niet direct aanvallende objecten, terwijl hij moet opletten dat hij die pionnen niet verspeelt. Snel tekenen de twee daarop de vrede.

Jeroen Graaf (1726) – Eugène Koomen (1430) ½-½
In de onderste helft van de ranglijst zit alles dicht bij elkaar. Het verschil tussen de eerste en de derde plaats is na vijf ronden één punt, maar datzelfde verschil is er ook tussen de negende en de zestiende plaats. Met een goede uitslag kun je dus nog flink stijgen.
Jeroen Graaf en Eugène Koomen proberen zo’n goede uitslag tegen elkaar te bereiken. De eerste plus is voor zwart die de KTV-speler met een dubbelpion op de a-lijn opzadelt. Toch zit er daar geen vooruitgang in en de Groene Zes-debutant verlegt het accent naar de koningsvleugel. Wel moet hij alert blijven op Enkhuizer activiteiten op de andere flank. In een stelling met dame en de beide torens plus een witte loper en een zwart paard staan alle stukken op de goede velden en blijven er weinig mogelijkheden over. Remise is dan ook een logisch resultaat.

Copyright © 2010-2024 Westfries Schaken Kampioenschap All rights reserved.
This site is using the Desk Mess Mirrored theme, v2.5, from BuyNowShop.com.