Peter Stuyvesant ontbreekt bij Aartswoud

Posted by Co Buysman on 22 februari 2015 in Verslag |

,,In New York stapten ze op het vliegtuig, een paar uur later kwamen ze aan op Schiphol, waar ze plaatsnamen in snelle wagens, een reis door de wondere wereld van Peter Stuyvesant die eindigde in het achterzaaltje van een dorpscafé, waar de strijd werd aangebonden met het derde team van de schaakclub Aartswoud.’’
Deze zin is te lezen in een van de columns die grootmeester Hans Ree schreef voor NRC Handelsblad. Voor de tweede ronde van het Westfries kampioenschap begeven deelnemers en organisatie zich naar de schaakclub Aartswoud, maar zij doen dat niet per vliegtuig en zeker niet in snelle wagens. De wondere wereld van Peter Stuyvesant ontbreekt eveneens; Westfriezen zijn nuchtere mensen. Alleen het achterzaaltje klopt, al klinkt het wat denigrerend en is het niet passend voor de speelzaal van ‘de schaakclub Aartswoud’. Want die is ruim en op de aankleding en de sfeer zou Peter Stuyvesant jaloers zijn geweest.
De voormalige Amsterdamse topschaker – simultaangever bij het 40-jarig bestaan van Aartswoud – heeft het over Arnfried Pagel die uit kwaadheid dat hij geen plaats kreeg in het eerste team van Bergen zelf een schaakvereniging oprichtte: Koningsclub. Zijn doel was kampioen van Nederland worden en daar had hij veel geld voor over. Dus trok hij buitenlandse toppers aan, sommige woonachtig in de Verenigde Staten.
Aartswoud is in de nazomer van 1978 verhuisd naar het huidige Huis van Egmond, kort ook na de oprichting van Koningsclub. Het was het eerste seizoen voor Jan Kuin die later kennismaakte met de wispelturigheid van Arnfried Pagel. In de wedstrijd van Aartswoud 4 tegen Koningsclub 3 (de Duitse miljonair was door zijn ‘eigen’ grootmeesters naar een lagere kaste verdrongen) claimde Pagel met een toren minder in de afgebroken partij tegen Jan winst. Op deze vrijdagavond speelt de clubpartij van Jan zich in rustiger vaarwater af, al moet hij wel zijn meerdere erkennen in Hans Groot.
Het achterzaaltje van toen is nu een achterzaal en de acht partijen uit de tweede ronde van het Westfries kampioenschap worden op nieuwe tafels gespeeld. Voor de clubcompetitie van Aartswoud komen 26 spelers in actie en alles bij elkaar is het gezellig druk. Een live-verbinding naar Frankrijk ontbreekt ditmaal. Soes Martojo, voormalig Westfries kampioen, komt enkele keren per seizoen langs en zit nu echt tegenover een clubgenoot: Yvo Veenis. Hun spannende partij levert geen winnaar op.
Even verderop is Joop Brands aan een sportief weekeinde begonnen. Hij neemt het deze vrijdag op tegen Gerard Buis en zal die partij met succes afronden. De volgende dag staat voor Joop in het teken van de andere KNSB, de schaatsbond. Want de Elfstedentocht van zaterdag 21 februari 1985 is op zaterdag 21 februari 2015 te zien op de website van de NOS. Mochten ze bij de schaakclub Aartswoud ooit een quiz houden, dan kan een vraag zijn: Welke clubgenoot heeft een elfstedenkruisje? Joop, nooit langer geschaatst dan zestig kilometer, voltooide dertig jaar geleden de monstertocht.
Een aparte plek in Het Huis van Egmond is er voor Herman van Bleisem en Peter Couwenhoven die in de open ruimte aan de zijkant van Aartswouds speelzaal hebben plaatsgenomen. Hun bord ligt op een prachtig, Hollands tafelkleed met bloemmotief; een plantje met rozen ernaast. Huiskamerschaak in optima forma. De actievere stukken van Peter doen hun werk en na een lange zit zegeviert de oud-WFK-deelnemer (1997).
Veel Aartswoud’ers lopen langs de Westfriese borden. Rob van den Heuvel, Rik van Ingen en Jan Stapel vertegenwoordigen de gastvereniging in de titelstrijd, terwijl Nick Manshanden (debutant) en Lukas Boots (al jaren) ook in de clubcompetitie spelen. Tijd om eens te kijken hoe ze het er vanaf brengen.

Piet Reus neemt tegen Rob van den Heuvel revanche voor zijn nederlaag in 2012 (zesde ronde). Beiden hadden toen een punt achterstand op koploper Jasper Seelemeijer. Rob won niet alleen de partij – met een spectaculaire koningswandeling – tegen de Schaaklust-routinier, hij won ook de titel.
De oud-kampioen wordt snel gedwongen om zijn koningspaard flink te laten springen. Uitgeput komt het op c8 tot stilstand. Dan al domineert Piet de strijd. Hij houdt de dame van zijn opponent eveneens bezig, waardoor de ontwikkeling van zwart stagneert. Rob probeert voor complicaties te kiezen, maar als de d-lijn openvalt ten gunste van een Andijker aanval, is de koningswandeling ditmaal kort en niet krachtig. Die eindigt in een gevaarlijk niemandsland.

Piet Reus (1859) – Rob van den Heuvel (1966) 1-0

In een Pirc neemt Rik Slaman het op tegen Sjoerd Kelder. Wanneer alle torens op de open d-lijn zijn geposteerd, neemt zwart het initiatief over, maar Rik wil meteen tegengas geven. Zijn zwartveldige loper is gericht op een toren op d8 en er staat alleen nog een paard van Sjoerd tussen. De opstoot 19. f4 is bedoeld om veld e5 vrij te maken voor een witte pion die zo het paard aanvalt. Het plan – met kwaliteitswinst – slaagt, maar brengt tevens een Hoornse aanval op gang. Zwarts stelling komt snel tot leven en de materiële achterstand wordt een voorsprong van een loper en twee pionnen. Met weinig tijd over verliest de witspeler nog twee stukken.

Rik Slaman (1824) – Sjoerd Kelder (1864)

De komst van debutanten en herintreders lijkt de levendigheid van het Westfries kampioenschap te versterken. Pas de dertiende partij van het evenement (Dirk Lont-Andrew Weltevreden) levert de eerste remise op. Nick Manshanden maakt voor het eerst kennis met het WFK-niveau en onbevangen spelend treedt hij Lourens van Veelen tegemoet. In het middenspel heeft wit een iets betere pionnenstructuur. De KTV’er krijgt een achtergebleven pion op c6 in het vizier, maar daar maakt het talent van Caïssa-Eenhoorn zich niet druk om. Na dameruil verovert hij in een kort tijdsbestek drie pionnen. Zwart verslikt zich echter in de activiteit van Lourens’ torens en het loperpaar, terwijl zijn eigen stukken niet goed samenwerken. Richting tijdnood gaat de Venhuizer routinier sneller spelen en als Nick meedoet in dat tempo, betekent een fout stukverlies.

Lourens van Veelen (1862) – Nick Manshanden (1777) 1-0

Griep bij opponent Ronald Ritsema heeft de eerste WFK-partij van Rik van Ingen uitgesteld (ze spelen komende vrijdag), waardoor de Aartswoud’er bij zijn eigen club van start gaat. Tegen Erik Romkes bouwt hij een goede stelling op, terwijl zwart met isolani’s op de a- en c-lijn te maken krijgt. Toch valt het niet mee om die te bestoken en een ruil betekent zelfs dat ook de witspeler op dezelfde lijnen losse pionnen heeft. Na dameruil ontstaat een interessante stelling met het loperpaar voor Rik tegen twee paarden voor Erik, terwijl beiden tevens over de torens beschikken. Op weg naar de eerste tijdcontrole valt de beslissing. Zwart blokkeert de witte e-pion, maar daardoor wordt de diagonaal c8-h3 het domein voor een loper van zijn tegenstander. Het onverdedigde e-pionnetje bevat gif dat na een grote afruil werkt. Er dreigt een mat achter de paaltjes. Na kwaliteitsverlies levert de slotzet stukverlies voor de zwartspeler op, maar dat wacht hij niet af.

Rik van Ingen (1810) – Erik Romkes (1755) 1-0

Het Westfries kampioenschap van 2014 heeft drie winnaars gekregen: Peter Holscher, Jaap Gorter en Ronald Ritsema. Al in de tweede ronde zitten Jaap en Ronald tegenover elkaar, terwijl vlak achter hen Peter voor de clubcompetitie van Aartswoud de topper tegen ranglijstaanvoerder Marc Helder speelt.
Uit de laatste twee WFK-partijen tegen de Schaaklust-topper haalde Ronald, beide keren met wit, een half punt. Met zwart kiest hij voor een Frans antwoord en dat pakt goed uit. Als de d-lijn openvalt, posteert hij de torens erop. Jaap moet enkele geforceerde zetten doen om zijn verdediging overeind te houden en dat komt de samenwerking van zijn stukken niet ten goede. Dat blijkt na het beslissende 25. … b5. Een Andijker paard op c4 kan opeens niet meer weg. Vier vluchtvelden worden bestreken door de Hoornse dame, twee andere zijn buiten gebruik om een loper voldoende verdedigers te geven. Een vrijpion op de a-lijn biedt geen compensatie, want met dame en paard kan zwart snel naar een mataanval toewerken.

Jaap Gorter (1968) – Ronald Ritsema (2004) 0-1

Peter van der Schee en Jos Vlaar hebben op het WFK niet eerder tegen elkaar gespeeld en de primeur levert een overwinning voor de GZ’er op. In een Gesloten Catalaan wordt in vlot tempo geruild, waardoor na negentien zetten beiden nog drie stukken over hebben. Met die afruil verovert wit wel de b7-pion, maar daarmee is de winst nog lang niet binnen. Het voordeel ligt op de damevleugel, waar Peter drie verbonden pionnen heeft en Jos alleen die op de a-lijn. Met dame en paard probeert hij daar de aanval van dame met loper af te slaan. Een ruil van de lichte stukken valt in het voordeel van de witspeler uit. De handicap van de loper was dat die alleen de witte velden bestreek en dat nadeel is nu verdwenen. Als even later ook de dames naast het bord staan, kan Peter zijn koning snel naar de vrijpionnen op b4 en c4 sturen en heeft Jos geen tegenspel meer.

Peter van der Schee (1910) – Jos Vlaar (1718) 1-0

Ook de tweestrijd tussen Dirk Lont en Andrew Weltevreden is nieuw in het Westfries kampioenschap en onbevangen schieten ze uit de startblokken. Al snel is er veel strijd. Er worden pionnen geofferd, stukken staan in en aan het eind van het liedje – na dameruil – hebben ze geen verschil kunnen maken. Het materiële evenwicht wordt verstoord door een zwart paard. Een schaakvork ontglipt de witspeler en met de kwaliteit achter gaat hij het eindspel in. Daarin toont Dirk zijn kracht. Vanaf de 23e zet bezet een Hoornse pion veld c5, precies tegenover een zwarte op c6, en doet daar heel nuttig werk. Want met alleen een toren kan Andrew weinig uitrichten. Zijn koning staat wat passief op de achtergrond en wits loper bestrijkt op afstand veel witte velden. Na vijftig zetten beseffen de twee dat er voor beiden niet meer inzit dan remise.

Dirk Lont (1775) – Andrew Weltevreden (1702) ½-½

Voor gastvereniging Aartswoud is Jan Stapel-Lukas Boots de mooiste partij van de avond. Twee leden van de club op Westfries topniveau tegen elkaar. Het eerste voordeeltje is er voor de witspeler, omdat zijn opponent in het vroege middenspel tegen een geïsoleerde pion op d5 aankijkt. Na een ruil komt die op e4 terecht. Jan richt evenwel zijn pijlen op een aanval met dame en paard op de koningsvleugel, waar hij twee pionnen verovert. Gaandeweg vormt actiever stukkenspel van Lukas een goede compensatie en hij wint een pion terug. In het eindspel heeft zwart het loperpaar nog over, wit loper met paard. Kort na de eerste tijdcontrole schuift een witte vrijpion op de e-lijn beetje bij beetje op. Ondertussen is het een strijd geworden tussen lopers van ongelijke kleur en houdt de zwarte koning het promotieveld bezet. Een onverwachts slippertje biedt de witspeler kans op winst, maar hij mist dat de monarch dat promotieveld heeft verlaten. Zwart herstelt zijn fout onmiddellijk en stelt zo de remise veilig. Ondanks de pion extra kan wit niet verder komen.

Jan Stapel (1740) – Lukas Boots (1687) ½-½

Copyright © 2010-2024 Westfries Schaken Kampioenschap All rights reserved.
This site is using the Desk Mess Mirrored theme, v2.5, from BuyNowShop.com.