Ontspanning door inspanning in Zwaag

Posted by Co Buysman on 3 februari 2016 in Verslag |

Hoeveel partijen zijn er op het Westfries kampioenschap sinds het begin in 1934 gespeeld? Het zullen er waarschijnlijk meer dan 2500 zijn. De eerste ronde van dit kampioenschap kent een primeur. Die is wereldwijd, van Australië tot Noorwegen en van de beide Korea’s tot de beide Amerika’s, te volgen. Dankzij de liveborden van Caïssa-Eenhoorn.

In de tijd dat Hoorn nog twee schaakverenigingen had (Caïssa en HSV De Eenhoorn), maakte het livebord zijn entree in de speelzaal. De jongste van de twee clubs – De Eenhoorn – had een goede sponsor, waardoor het mogelijk werd tien van die speciale schaakborden aan te schaffen. Na de fusie in 2012 is er veelvuldig gebruik van gemaakt, vooral tijdens bondswedstrijden. Maar ook een aantal clubpartijen waren op internet te zien. En dan nu, voor de eerste keer, trekt het Westfries kampioenschap een miljoenenpubliek.
We spelen in Zwaag, jarenlang een witte vlek in schakend Noord-Holland. Geen schaakactiviteiten destijds in het dorp, tegenwoordig wel flink wat leden van Caïssa-Eenhoorn die er wonen. In alfabetische volgorde: Marc Baank, Ron Deen, Gerard Dudink, Peter Holscher, Rinus en Sernin van de Krol, Ruud Loots, Roel Ridderikhoff, Jan Schagen en Jan Smink.
Precies een halve eeuw geleden had Zwaag een schaakclub. ODI, Ontspanning Door Inspanning. Een populaire naam. Ooit had Spierdijk DIO (Door Inspanning Ontspanning) en een kleine tweehonderd jaar geleden was er een Hoorns schaakgezelschap dat Tot In- en Uitspanning heette.
Schaken in Zwaag in het seizoen 1945-1946 is vooral schaken bij de Rooms-Katholieke West-Friesche Schaakbond. Het Nieuw Noordhollandsch Dagblad is de katholieke krant van Westfriesland en in de editie van vrijdag 21 december 1945 is onder de kop ‘RK West-Friesche Schaakbond’ te lezen: ,,Op 16 December j.l. vergaderde bovengenoemde bond te Hoogkarspel. Opgekomen waren Zwaag, Hoogkarspel, Lutjebroek en Grootebroek. Daar het oude bestuur was afgetreden, werden na vrije verkiezging de heeren H. v. Wolferen tot voorzitter, Pl. Ruitenberg, secretaris, en P. Besseling, penningmeester, gekozen. De statuten en het reglement van den ouden bond werden als blijvend erkend. De bondscontributie werd 50 cent per lid, inleggeld f 1 per vereeniging. Dit moet voor 1 Januari 1946 aan den penningmeester, P. Besseling, no. 96 te Zwaag, betaald worden. De competitie begint 8 Januari 1946, de leiding berust bij den bondssecretaris. Adres is: Pl. Ruitenberg, Nieuwe Weg B 117, Hoogkarspel.’’
De krant plaatst veel korte berichten over de competitie, waaraan vier katholieke schaakverenigingen meedoen. Dat zijn naast ODI de Hoogkarspelse club Schaaklust, BMT uit Lutjebroek en DWS uit Grootebroek. Ze spelen in januari, februari en maart 1946 uit- en thuiswedstrijden tegen elkaar, niet altijd met hetzelfde aantal schakers. ODI begint met een 5½-4½ zege op Schaaklust, maar DWS kan elf spelers opstellen en wint met 6-5 van ODI. Het duel DWS – BMT krijgt, met elk zeven schaakliefhebbers aan het bord, een 3-4 uitslag. Bondssecretaris Ruitenberg maakt voor het Nieuw Noordhollandsch Dagblad de berichten over de schaakbond en beëindigt ze vaak met een probleemstelling. Die zijn niet van een al te hoog niveau, maar hij zet daarmee wel een traditie voort van de vele Westfriese schaakliefhebbers die de afgelopen honderdvijftig jaar ontelbare probleemstellingen hebben gecomponeerd.
Het clublokaal van ODI is het café van P. Klaver: Het Grauwe Paard. Daar heeft Caïssa nog wel eens een jaarvergadering gehouden, omdat de vaste speelzaal gesloten was. P. Besseling (de penningmeester van de RK West-Friesche Schaakbond) is de kopman van ODI, waar ook A. van Kampen, J. van Kampen, P. van Kampen en Pé van Kampen aan de hogere borden zitten. De eerder genoemde nederlaag tegen DWS is in de voorjaarscompetitie waarschijnlijk de enige voor ODI. Niet alle wedstrijdverslagen zijn vermeld in de krant, maar vermoedelijk eindigt de club uit Zwaag wel op de eerste plaats.
Hoe sterk was ODI? Dat is anno 2016 moeilijk in te schatten. Hoewel het bestuur van de RK West-Friesche Schaakbond geen aansluiting bij de Koninklijke Nederlandse Schaakbond wenste, zocht men wel contact met KNSB-verenigingen. Zo is er een aankondiging in het Nieuw Noordhollandsch Dagblad van donderdag 21 maart 1946 te lezen, waarin staat dat vier tientallen van de Westfriese bond de dinsdag erop in hotel De Valk in Hoorn – de speelzaal van Caïssa – een wedstrijden spelen tegen de thuisclub. Het resultaat heb ik helaas niet kunnen vinden. Wel de uitslag van een vriendschappelijke wedstrijd van ODI tegen Caïssa 3 op dinsdag 4 maart 1947. Er wordt aan negen borden gespeeld en de Hoornse schakers winnen met 6-3. Kopman Besseling zegeviert, alsmede Th. de Jong en P. Jong. Caïssa 3 komt uit in de derde klasse C van de NHSB-competitie en legt daarin achter het eerste tiental van Aartswoud beslag op de tweede plaats.
Hoe lang de Rooms-Katholieke West-Friesche Schaakbond heeft bestaan, is mij niet bekend. In de eerste na-oorlogse jaren haalt de bond nog wel de krant, daarna niet meer. Dat geldt ook voor de clubs. In januari 1948 viert het Hoogkarspelse Schaaklust, in aanwezigheid van de ‘Zeereerw. Heer Pastoor en de Weleerw. Heer Kapelaan’ het 15-jarig bestaan.
Ondertussen is schakend Nederland na de zwarte periode ’40-’45 overeind gekrabbeld. De in 1932 door Caïssa, KTV en het Andijker Schaaklust opgerichte West-Friesche Schaakbond is opgegaan in de KNSB. De interesse voor de competitie van de Noordhollandse Schaakbond neemt toe. Het seizoen 1946-1947 telt al zo’n twintig klassen met vier, vijf of zes ploegen en de omvang van de NHSB-competitie zal daarna lange tijd groeien. Veel leden van de katholieke schaakclubs in Westfriesland zullen wel naar NHSB-verenigingen zijn overgestapt. En zes daarvan zijn vertegenwoordigd op het Westfries kampioenschap dat op de eerste februaridinsdag van 2016 in Zwaag van start gaat.

Ronald Ritsema (1997) – Dirk Lont (1878) 1-0
Oud-Westfries kampioen Ronald Ritsema begint het zevenrondige evenement met een overwinning op Dirk Lont die het laatste jaar een aantal mooie prestaties heeft neergezet. Hij veroverde vorig voorjaar de open Hoornse titel, speelde in het najaar in IJmuiden een goed herfstveteranenkampioenschap en is momenteel koploper in de clubcompetitie van Caïssa-Eenhoorn, met Ronald Ritsema op de tweede plaats. In de twaalfde ronde versloeg Ronald hem met zwart, nu doet hij dat met de witte stukken.
In het Blumenfeld-gambiet blijft Dirk met een geïsoleerde pion op d5 zitten. Beetje bij beetje zet wit zijn stukken zo neer dat de druk op die pion ook beetje bij beetje groter wordt en op de 29e zet wordt het pleit beslecht en sneuvelt de pion. Dan heeft zwart al veel tijd gebruikt. Na een grote afruil blijven de dames en een witte loper contra een zwart paard over. Zwarts b7-pion is niet meer te verdedigen en valt eveneens. In een slechte stelling en met tijdproblemen geeft de zwartspeler zijn lichte stuk weg.

Ronald Ritsema – Dirk Lont 1-0

 

Erwin Brouwer (1828) – Peter van Waert (1941) 0-1
Voor het eerst sinds 2010 doet Peter van Waert mee, terwijl Erwin Brouwer debutant is. De witspeler kan nog wel eens wisselvallig presteren. Zo versloeg hij afgelopen seizoen in zijn eerste promotieklassepartij uit zijn carrière de Aalsmeer-speler Elham Wasei en was hij in de huidige clubcompetitie van Caïssa-Eenhoorn te sterk voor onder anderen Fred Avis, Peter Holscher en Sjoerd Kelder.
Tegen de Groenezesser gaat het direct al mis. Erwin offert snel een centrumpion, maar krijgt daar niets voor terug. Hij probeert op de koningsvleugel ten aanval te trekken. Het offensief wordt in de kiem gesmoord en kost de witspeler een tweede centrumpion. Peter maakt na dameruil zijn stukken actiever en dat levert hem al snel de kleine kwaliteit op: twee lichte stukken voor een toren. In een eindspel van een zwart paard met loper contra een eenzame Hoornse toren wil hij zijn pionnenovermacht op de damevleugel uitspelen en beseft zijn opponent meteen dat het over en uit is.

Erwin Brouwer – Peter van Waert 0-1

Peter van der Schee (1906) – Rik van Ingen (1775) ½-½
Een jaar geleden kreeg de partij Rik van Ingen – Peter van der Schee een reglementaire remise. In de speelzaal van Caïssa-Eenhoorn wordt er wel gespeeld, maar het resultaat verandert niet. Net als in 2010. Voor de derde maal in de laatste tien WFK-seizoenen houden beide spelers een halfje over aan hun onderlinge treffen en zou je kunnen zeggen dat ze aan elkaar gewaagd zijn.
Het blijkt ook uit de Grünfeld-Indische partij. In het vroege middenspel kiest Peter ervoor om een zwart paard op f3 te slaan met zijn g-pion in plaats van met de dame. Hij is niet van plan te rokeren. Rik laat meteen zijn koningspaard van een randveld naar f4 springen. Wit wil zijn koning redelijk veilig op e2 houden en niet naar bijvoorbeeld de damevleugel laten vluchten; mogelijk een risicovolle onderneming. Het gevolg is dat na zetherhaling ½-½ als uitslag kan worden ingevuld.

Peter van der Schee – Rik van Ingen ½-½

 

Rob Bijpost (1746) – Fred Avis (1859) 0-1
Rob Bijpost en Fred Avis hebben ondertussen een rijke WFK-ervaring opgebouwd, maar voor zover ik weet nog nooit tegen elkaar gespeeld. De voorzitter van gastheer Caïssa-Eenhoorn is thuis de b4-opening van Rob gaan analyseren en dat pakt goed uit.
Belangrijk is de zet 14. … Df6. Het levert een dubbele aanval op de f2-pion op en versterkt de positie op de zwarte diagonaal naar Robs onverdedigde loper op b2. Een gepend paard van de witspeler wordt er het slachtoffer van. De veelzijdigheid in de stelling van Fred levert het volle punt op. Hij voert eerst de druk in het centrum op en slaat na de korte rokade van wit meteen toe op de koningsvleugel. Zwarts op het centrum gerichte dame, loper en paard vormen ineens een levensgevaarlijke aanval op de monarch op g1.

Rob Bijpost – Fred Avis 0-1

 

Jaap Gorter (1895) – Lukas Boots (1750) 1-0
In 2012 werd Jaap Gorter als de nummer 3 van 2011 onaangenaam verrast door een goed spelende Lukas Boots. Inmiddels is de schade gerepareerd. De oud-kampioen versloeg de vertegenwoordiger van De Pionier in 2014 een doet dat in deze ronde nogmaals.
Lukas probeert op een wat open koningsvleugel het initiatief te nemen, al levert hem dat een isolani op e4 op. De ruimte op die flank biedt Jaap de mogelijkheid tot een tegenactie, waarmee hij de centrumpion verovert. Zwart zet meteen in op het innemen van de open f-lijn, maar er zit een gat in zijn verdediging: veld g6. Een paardvork op koning en dame betekent meteen einde partij.

Jaap Gorter – Lukas Boots 1-0

Andrew Weltevreden (1678) – Rik Slaman (1842) 1-0
Precies een jaar geleden, ook op 2 februari, openden Andrew Weltevreden en Rik Slaman hun WFK-toernooi in de ijsclubkantine van Hoogkarspel. Rik bracht toen hun onderlinge ‘Westfriese’ score op 3½-1½ in zijn voordeel.
Ze zitten nu met dezelfde kleuren tegenover elkaar en gaan met de eerste vijf zetten op herhaling. Daarna volgt een andere strijd. Andrew zet weer in op een aanval op de koningsvleugel en geeft daarvoor zijn b2-pion. De pion krijgt hij terug en in een avontuurlijke partij heeft hij een wat actiever spel. Opvallend genoeg zijn in de open stelling de witte paarden sterker dan het loperpaar van Rik. De zwarte koning staat kwetsbaar op f7 en dat wordt door de Groene Zes-speler resoluut aangetoond. Andrew wint een pion, daarna een loper en kan na de slotzet mat in vijf uitvoeren.

Andrew Weltevreden – Rik Slaman 1-0

Nick Manshanden (1872) – Erik Romkes (1734) ½-½
Het Westfries kampioenschap van vorig jaar kende twee debutanten: Nick Manshanden en Erik Romkes. In de zesde ronde speelden beiden tegen elkaar en toen beroofde Erik – met wit – zijn jeugdige opponent van zijn laatste, zij het kleine, titelkansen. Hij gaf een matig begin met een eindsprint van drie uit drie een sterk vervolg, terwijl het bij Nick precies andersom ging.
Het tweetal van Caïssa-Eenhoorn heeft verreweg de langste partij van de avond: 59 zetten. Aardig is de stelling na de dertiende zet. Terwijl Nick alle stukken in en rond het centrum groepeert, hebben de zwarte paarden een positie op de damevleugel ingenomen en de zwarte lopers op de andere flank. Daarna verplaatst de strijd zich enigszins naar de koningsvleugel. Alle lichte stukken verdwijnen van het bord. Wit lijkt het initiatief kwijt te raken, maar krijgt die via een aardige dameruil terug. In een eindspel met vier torens blijft één pion over: Nicks h-pion. De witspeler verzuimt echter de zwarte vorst af te snijden en moet dankzij de regel van de randpion genoegen nemen met remise.

Nick Manshanden – Erik Romkes ½-½

 

Copyright © 2010-2024 Westfries Schaken Kampioenschap All rights reserved.
This site is using the Desk Mess Mirrored theme, v2.5, from BuyNowShop.com.