Lourens van Veelen schaakkoning van Westfriesland

Posted by Co Buysman on 22 april 2015 in Verslag |

Het heeft wel wat, zo’n schaaktweekamp. In het huidige millennium komen barrages als ontknoping van het Westfries kampioenschap zelden voor. De eerste was in 2013 en nu, twee jaar later, weer een. Lourens van Veelen is daarin te sterk voor Piet Reus en verovert zijn eerste Westfriese titel.
Schaaktweekampen zijn in Westfriesland sowieso een zeldzaamheid. Ter overbrugging van twee seizoenen heb ik in een alweer ver verleden zelf tweemaal tegen clubgenoot Frank Tieken gespeeld. De eerste match had plaats in de zomer van 1999. Een paar maanden eerder zaten Adri Haakman en Wilko van der Gracht tegenover elkaar om om de Westfriese titel te strijden. Met zes punten waren ze gelijk geëindigd. Na liefst 175 zetten viel de beslissing. De eerste barragepartij, door Adri gewonnen, telde 101 zetten. Wilko zegevierde in de tweede en daardoor moesten ze nog een derde partij spelen. Adri – die zwart had geloot – sloeg andermaal toe en kroonde zich zo tot kampioen. Frank en ik keken in onze tweekamp ook niet op een zet meer of minder. Die ging over maximaal zes partijen. Na de vijfde had Frank een 1-4 voorsprong genomen en in totaal deden we 306 zetten; een gemiddelde van 61 per partij. Drie jaar later volgde een revanche en werd het 4-2 in mijn voordeel.
In de jaren negentig hebben Ardjan Langedijk en Mark van Ojik – twee oud-WFK-deelnemers – verschillende matches gespeeld. Beiden zijn als schaaktalenten uit Venhuizen bij HSV De Eenhoorn terecht gekomen en in een clubblad uit 1997 staan verschillende partijen van hun derde tweekamp die door Ardjan werd gewonnen.
Vrijwel alle kampioenschappen en toernooien doen het, bij gelijk eindigen, zonder beslissingsmatches. In de meeste reglementen staat dat in dat geval naar weerstandspunten, de Sonneborn-Berger-score of de TPR wordt gekeken. Het Westfries kampioenschap is daarom een zeldzaam evenement en dat moeten we maar zo houden.
De historie van het Westfries kampioenschap telt inclusief die met Lourens van Veelen en Piet Reus veertien barrages. In 1941 had de eerste plaats. Er waren vier deelnemers: Bos (A-Z, Medemblik), David (KTV, Enkhuizen), Dekker (Schaaklust, Andijk) en Keetbaas (Caïssa, Hoorn). Zij speelden tweemaal tegen elkaar, op Hemelsvaartsdag, tweede pinksterdag tijdens de Westfriesche Schaakdag en de zondag erop. Bos en David behaalden 4½ punt. Onderling werd het winst en verlies en Dekker hield beiden op remise. De beslissingswedstrijden werden een lange zit. Steeds verloor de witspeler. Pas de vijfde bracht de beslissing, ten gunste van Bos. Een bericht over de uitslag stond onder anderen in De Standaard van dinsdag 8 juli 1941, een antirevolutionair dagblad uit Amsterdam.
Ook in 1942 was er een toegift die door Noë (Aartswoud) ten koste van Dijkstra (Schaaklust) werd gewonnen. Na de Tweede Wereldoorlog trok het Westfriese kampioenschap tot en met 1968 zes spelers. Het halve deelnemersveld had in 1952 3½ punt, waarna Gutter (Schaaklust) in de driekamp David en Zwier (KTV) achter zich hield. In 1971 prolongeerde Arie Karreman (KTV) zijn titel door in twee extra partijen Kooiman (Schaaklust) te verslaan. Rein van der Veen (KTV) en Bert Meester (Caïssa) moesten in 1979 drie keer aan de bak om een beslissende uitslag, ten gunste van Van der Veen, te realiseren. Twee jaar later viel het kwartje beter voor Bert Meester die in een barrage Arie Karreman met 2-0 versloeg, waarna het seizoen erop de KTV’er met dezelfde uitslag revanche nam. Dimitri Reinderman (Caïssa), de huidige grootmeester, won in 1987 twee barragepartijen van Jaap Gorter (Schaaklust) en in 1988 presteerde Rob Bijpost (Aartswoud) hetzelfde tegen Adri Haakman (KTV). Jaap Gorter op zijn beurt trok in 1992 een tweekamp naar zich toe, ten koste van Arie Karreman.
Drie vertegenwoordigers van De Eenhoorn eindigden in 1994 gelijk: Wilko van der Gracht, William de Wit en Jerrel Thakoerdien. Dat werd ook de volgorde in de barrage. Minder succes had Wilko van der Gracht in de tweekampen van 1999 en 2013, waarin respectievelijk Adri Haakman en Peter Holscher (Caïssa-Eenhoorn) te sterk waren. En dat brengt ons dan bij het toetje van het Westfries kampioenschap van 2015.

Piet Reus (1859) – Lourens van Veelen (1862) 0-1
Van het Engels via het Frans naar het Siciliaans. Voor hun derde WFK-partij – de eerste twee eindigden in remise – leggen de twee titelkandidaten de meeste gebruikte opening op het bord. In het vroege middenspel pakt Lourens zijn eerste voordeel door een centrumpion te veroveren. Via een ruil van dame en enkele lichte stukken verliest Piet zijn e4-pion. Even later blijven alle torens over alsmede lopers van ongelijke kleur en heeft zwart een sterke pionnenstructuur opgebouwd. Hij verdubbelt zijn torens op de open c-lijn. Wit kan weinig doen en na torenruil zorgt de KTV’er ervoor dat zijn koning de baas is over een vrijpion op de a-lijn. Hij speelt echter in de tweede tijdfase zijn d-pion te vroeg op en plotseling zijn er remisemogelijkheden voor zijn opponent. Die verdwijnen even snel, als Piet zijn monarch naar een verkeerd veld stuurt. De Andijker vorst komt klem te zitten tussen zwarte pionnen en eigen stukken en wit moet materiaal geven om een vluchtveld te creëren. Dat staat gelijk aan verlies van de partij.

Piet Reus (1859) – Lourens van Veelen (1862) 0-1

Lourens van Veelen (1862) – Piet Reus (1859) ½-½
De tweede partij is er van een onverwacht korte duur. Piet Reus heeft alleen baat bij een overwinning, maar Lourens van Veelen is niet van plan om op remise te spelen. Er lijkt een verrassing in aantocht, want wit komt bepaald niet lekker uit de opening. De Andijker stukken staan beter, met name het loperpaar en de paarden. Ook kan een achtergebleven pion op e3 mogelijk een probleem zijn. Een paardruil op e4 lost dat op, omdat de half open e-lijn wordt gedicht. Consequentie is bovendien dat de diagonaal naar de witte pion op a2 zich opent. En dan valt heel snel de beslissing. Lourens valt met een paardzet de loper op e6 aan die op a2 inslaat. Het blijkt echter een giftige pion, want met 16. b3 sluit de witspeler de zwarte loper op. Piet valt met een damezet de b3-pion tweemaal aan, die zijn opponent evenwel simpel kan verdedigen. Bovendien heeft 17. Lc4 dubbele waarde: de loper en het paard op g5 kijken f7 aan. De Schaaklust-routinier dreigt materiaal te gaan verliezen, maar Lourens biedt heel sportief remise aan. De acceptatie gaat vergezeld van een felicitatie aan de nieuwe schaakkoning van Westfriesland.
Lourens van Veelen is de 32e kampioen. Sinds 1934 zijn er nu 63 kampioenschappen gehouden.

Lourens van Veelen (1862) – Piet Reus (1859) ½-½

Copyright © 2010-2024 Westfries Schaken Kampioenschap All rights reserved.
This site is using the Desk Mess Mirrored theme, v2.5, from BuyNowShop.com.