Humor en anekdotes

Posted by Co Buysman on 27 april 2019 in Verslag |

Voor de finale van het 69e Westfries kampioenschap gaan we naar de speelzaal van Aartswoud, een van de gezelligste schaakverenigingen van Nederland. Maar de slotronde zal geen beslissing brengen, want kort voor middernacht blijkt de eindstand twee koplopers te hebben: Tom Balla en Peter Poncin. Er moet worden gepraat over een barrage.

Aartswoud een van de gezelligste schaakverenigingen van Nederland? Kijk naar de omgeving, luister naar de praatjes. Wilko van der Gracht komt binnenlopen. Hij is tweede paasdag naar de Alkmaarse drafbaan geweest en heeft daar met het gokken drie euro gewonnen. Een dag later meldt het Noordhollands Dagblad dat de drafbaan in financiële problemen verkeert.

Met Peter Couwenhoven praat ik over de sfeervolle speelruimte, met zijn oude, solide tafels. Als Caïssa-Eenhoorn-speler moet ik het in De Kreek doen met een moderne theaterzaal en sinds enkele maanden moderne tafels op wieltjes. Soms vergeten we bij het inrichten van de speelzaal die wieltjes op de rem te zetten. ,,Dat kan wel handig zijn, als je een slechte stelling hebt’’, zegt Peter. ,,Dan duw je gewoon de tafel weg.’’

Hij neemt het in de clubcompetitie op tegen Soes Martojo die in Frankrijk woont. Ze spelen hun partij per computer. Op een bepaald moment denkt Soes wel erg lang na. Misschien heeft iemand aangebeld en staat hij bij de voordeur te praten, vermoeden we.

Humor en anekdotes, dan zit je in Het Huis van Egmond goed. En is het handig dat je twee jubileumboeken van schaakclub Aartswoud – gemaakt ter gelegenheid van het 50- en 75-jarig bestaan – hebt. In het oudste staat een alinea over Arie Zeeman (lid geworden in september 1953) die tijdens een partij in Schoorl denkt zijn dame te verliezen en zijn opponent een hand geeft. Na enige tijd analyseren, waarbij de stukken niet zijn aangeraakt, voert hij een betere zet uit. De partij gaat gewoon verder en Arie wint.

Voor een andere uitwedstrijd, tegen KTV, is een bus geregeld. Om de reiskosten beperkt te houden had de Noordhollandse Schaakbond een regeling bedacht, waarbij schaakteams gezamenlijk op pad gingen. De buschauffeur pikt een tiental van de vereniging Schaakmat uit Noord-Scharwoude op (dat naar Schaaklust in Andijk moet) en vervolgens tien Aartswoud-spelers. Hij heeft geen antivries meegenomen en hartje winter is dat vragen om problemen. De man krijgt voor de terugreis de motor niet aan de praat. Een inderhaast opgetrommelde Mercedes (een personenauto) zal de bus optrekken. Zo gaat men van Enkhuizen naar Andijk en vervolgens richting Langedijk. Omdat de chauffeur de kortste weg wil nemen, rijdt hij niet naar Aartswoud en moeten de spelers de afstand van de provinciale weg naar hun dorp lopend afleggen. Ze keren pas halverwege de nacht huiswaarts.

Op 7 maart 1962 speelt Aartswoud een memorabel thuisduel tegen Caïssa 3 (vierde klasse A, NHSB). Het is de laatste bondswedstrijd, de Aartswouders zijn al zeker van de titel. Caïssa 3 komt met zeven spelers op, waardoor er drie borden leeg blijven. Omdat de clubcompetitie van Aartswoud is uitgelopen, besluit men op die borden drie partijen voor de clubcompetitie te plannen. Met andere woorden: drie man maken deel uit van het Hoornse tiental. De thuisploeg wint met 8-2. ‘Caïssaan’ Rob Bijpost verslaat Evert Nieuweboer en heeft de beste avond. Hij is net een paar weken lid van Aartswoud en er was besloten om zijn partijen dubbel te laten tellen. Omdat voor afwezigheid wegens bondsverplichtingen een punt vergoeding wordt gegeven, krijgt Rob er in één klap drie bij.

Soms zijn er andere problemen met de clubcompetitie. Dan is de woensdagavond – tot de jaarvergadering van augustus 1978 de speelavond – in café De Stompe Toren bezet, maar de schaakclub lost dat op door de leden te verzoeken alle borden en stukken mee te nemen naar de kerk met de stompe toren, aan de overkant van de Schoolstraat. Daar is een zaaltje, waar alle spelers net in passen en kan de ‘interne’ worden voortgezet.

Ook Aartswoud heeft een Koningsclub-incident in zijn clubhistorie. Koningsclub is de vereniging van de Duitse miljonair Arnfried Pagel die in Bergen een huis heeft en als kersvers lid van schaakclub Bergen meent recht te hebben op een plaats in het eerste team. Die krijgt hij niet, waarop hij kwaad weg loopt en Koningsclub opricht dat met internationale titelhouders en sterke nationale spelers in de laagste klasse van de NHSB-competitie moet beginnen.

Aartswoud 4 treft in het voorjaar van 1983 Koningsclub 3 dat een 1-5 voorsprong neemt en daarmee verzekerd is van de titel. Pagel speelt tegen Jan Kuin en verblundert pardoes een toren. ,,Was mache ich jetzt?’’roept hij nog en loopt weg. Op het wedstrijdformulier wordt een ‘1’ voor Jan ingevuld en als de Duitser dat ziet, dient hij als teamleider een protest in en meldt dat de stelling is afgebroken. Pagel claimt winst.

Koningsclub 3 was eind september de competitie begonnen met een 8-0 zege op Caïssa 4 (derde klasse A, NHSB). Bij binnenkomst in het Parkhotel in Bergen verontschuldigt Arnfried Pagel zich bij de Hoornse teamleider Gerrit van der Hoff met de mededeling dat ‘toevallig net enkele grootmeesters en meesters zijn binnen komen lopen’. Dat zijn de in de Sovjet Unie geboren Lev Alburt (GM) en Jacob Murey (IM) die later naar respectievelijk de VS en Israël zijn geëmigreerd. Hébert Pérez García is een in Uruguay geboren topper, die overigens in Noord-Holland woont. De huidige Aartswoud-speler Wilko van der Gracht verliest als Caïssa 4-kopman van de sterke Rob Faase.

Op 15 november 1994 heeft Aartswoud de uitwedstrijd tegen Caïssa, waar Yvo Veenis de mooiste vraag van het jaar stelt. De vierdebordspeler moppert op ploeggenoot Peter Couwenhoven die antwoordt dat het allemaal theorie is wat hij speelt. ,,Is een stuk weggeven ook theorie in deze variant?’’ Peter heeft niet in de gaten dat hij tegen Aart Kögeler een stuk achter staat. Het komt overigens allemaal goed, want zijn partij wordt remise en de wedstrijd krijgt een 4-4 uitslag.

Remises zijn er ook in de zevende ronde van het Westfries kampioenschap, maar dan zonder stukken achterstand. We schakelen over naar de laatste partijen van het reguliere toernooi.

Kevin Smit (1949) – Tom Balla (1990) ½-½

Bij het ingaan van de slotronde is het mogelijk dat vier man gelijk zullen eindigen. Door bijzondere omstandigheden kan Robin Duson haar laatste twee partijen niet spelen en heeft Tom Balla in de zesde ronde een reglementaire overwinning gekregen. Kevin Smit staat nu een punt achter hem, net als Marc Helder. Peter Poncin bezet de tweede plaats met een halfje minder dan de koploper.

Kevin en Tom maken er een boeiende topper van. Wit pakt in een Konings-Indische partij het eerste initiatief, vanaf 10. … f5 geeft zijn opponent tegengas. Er volgt een ruil van veel lichte stukken en door het ontbreken van de zwarte g-pion lijkt de verdediging van Tom kwetsbaar. De Torenhoog-favoriet staat toe dat hij zijn e-pion kan opspelen, waardoor de stelling voor de zwartspeler houdbaar blijft.

Het accent van de strijd ligt op de koningsvleugel, maar na dameruil verplaatst die zich naar de andere flank en het centrum. In een toreneindspel met een paard voor Kevin en een loper voor Tom geven beide titelkandidaten geen krimp. De KTV-routinier zorgt met het fraaie 46. … Ta3 voor extra druk op de witte stelling. De overgebleven stukken werken zo goed samen dat de remisegrens niet wordt gepasseerd.

 

 

Peter Poncin (1963) – Emil Zaal (1830) 1-0

Op de dag van zijn 23e verjaardag trakteert Emil Zaal zichzelf niet op een verrassende overwinning. Wel gaat hij in de loop van de avond alle borden (die van de WFK-deelnemers en de spelers van de Aartswoudse clubcompetitie) langs om lekkere koeken uit te delen.

Peter Poncin kiest voor de Sämisch-variant van het Konings-Indisch. Hij bereikt een goede stelling, zeker nadat zwart met 10. … h6 zijn verdediging verzwakt. Na een interessante afruil van enkele lichte stukken verovert de witspeler een centrumpion, maar keert het evenwicht terug. Dat verandert, als de Caïssa-Eenhoorn-troef de kwaliteit geeft voor aanvalskansen op de koningsvleugel. Met 20. … f5 kan Emil de problemen voor zijn opponent vergroten. Hij is met … Dd6 te voorzichtig en dat breekt hem snel op. Peter komt binnen via de h- en nog belangrijker de f-lijn en opeens is een mat in één niet te verhinderen.

 

 

Aris Ruijter (1649) – Marc Helder (2076) 0-1

Marc Helder moet winnen om zijn kans op gelijk eindigen op de eerste plaats te behouden en dat doet ook. Voor Aris Ruijter betekent het zijn tweede nederlaag, maar met een score van vijftig procent is hij zeker een aanwinst voor het kampioenschap geweest.

Zij brengen de Averbach-variant van het Konings-Indisch op het bord, met een belangrijke rol voor het witte loperpaar. Wit brengt zichzelf echter in gevaar met de dertiende zet: b4. Daarmee wordt de diagonaal a1-h8 een belangrijk wapen voor zijn opponent. Als er ruimte in het centrum komt, kan Marc zijn pion op e5 doorschuiven en wint hij de toren op a1. Aris sputtert nog even tegen en bemerkt snel dat hij kansloos is tegen de gereputeerde Aartswoud-speler. Later blijkt dat Marc met zijn triomf de derde plaats in de eindstand veilig stelt.

 

 

Robin Duson (1990) – Rik van Ingen (1838) 0-1 reglementair

Niet gespeeld.

 

Roy Kerkhoven (1984) – Toine Molenaar (12778) 0-1

De vier Aartswoud-spelers op het Westfries kampioenschap zorgen in de speelzaal van hun eigen club voor een score van honderd procent. Een belangrijk aandeel daarin heeft Toine Molenaar die Roy Kerkhoven verslaat en kan terugkijken op een sterk gespeeld WFK.

Achtereenvolgens zijn Robin Duson, Peter Poncin, Fred Avis, Marc Helder, Tom Balla, Kevin Smit en Roy Kerkhoven zijn opponenten en vier punten in de wacht slepen tegen een dergelijk sterk peloton is een uitstekende prestatie. De winst in zijn slotpartij komt overigens fortuinlijk tot stand.

Ze maken van het koningsgambiet een mooie partij. De naam dekt niet helemaal de lading, want er wordt geen pion geofferd. Wit kan met 15. dxc5 wel een pion voorsprong nemen, maar kiest voor een lichtestukkenruil op d6 om te verhinderen dat zijn opponent een sterk loperpaar behoudt.

De strijd blijft ongemeen spannend. Met 21. gxf3 heeft Roy toch zijn pion te pakken, al kost hem dat zijn g-pion als verdediger en wordt de half open g-lijn voor Toine een interessant terrein. In een tamelijk explosieve, maar gelijkwaardige stelling houdt de Caïssa-Eenhoorn-speler prima stand. Tot de 33e zet. Met dameruil wordt de stelling een stuk eenvoudiger, al mag wit daar niet denken omdat hij de eerste rij in bezit moet hebben. Na 33. De4 is dat niet het geval en heeft de Toine een mat in vier in petto.

 

 

Fred Avis (1917) – Robbert van Dijkhuizen (1843) ½-½

Fred Avis en Robbert van Dijkhuizen treffen elkaar niet vaak. Hun laatste partij uit de clubcompetitie van Caïssa-Eenhoorn dateert van 16 februari 2016 (uitslag 1-0) en in de eerste ronde van het WFK van 2017 werd het 0-1. Voor de derde keer heeft Fred wit en blijft hun onderlinge score op vijftig procent staan.

Zwart is op de hoogte van de Trompowsky-aanval als favoriete opening van zijn opponent en stelt daar solide tegenspel tegenover. Interessant wordt het na 15. f4, waarmee Fred een paard aanvalt. Met het antwoord … h6 valt Robbert op zijn beurt een loper aan. Wit begint de slagenwisseling en dat levert hem een pion op. Maar de stelling valt open en de zwartspeler krijgt mooie diagonalen voor zijn lopers, terwijl zijn toren op e8 ook kan meedoen. Hij vervolgt echter te voorzichtig en na een ruil van de witveldige lopers is het vuur uit zijn mogelijkheden verdwenen. In een gelijkwaardige stelling wordt de vrede getekend.

 

 

Lukas Boots (1779) – Axel Zee (1595) 1-0

Met twee winstpartijen, drie remises en twee nederlagen presteert Lukas Boots naar behoren op het 69e Westfries kampioenschap.  De zege tegen Axel Zee is zijn twaalfde in totaal en bij zes deelnames is zijn gemiddelde dan ook twee.

In het Frans kiest zwart voor een variant, waarmee hij de pionnen op d4 en e5 wint en zijn opponent ontwikkelingsvoorsprong neemt en met Pc7 kan dreigen. Dat laatste gebeurt niet; Lukas besluit tot een ruil op d6 om zijn zwartveldige loper naar f4 te kunnen spelen.

Axel kan de zwarte velden niet controleren, helemaal niet na 16. … g6. Mede door de ontwikkelingsachterstand is het daarna snel gebeurd. Zwart verliest zijn toren op h8 en als een witte toren op c7 binnenvalt, wordt de dreiging nog meer vergroot. De Groene Zes-speler blijft in dit sterke gezelschap op twee remises steken.

 

 

Rik Slaman (1838) – Piet Reus (1849) ½-½

In de slotronde van het WFK staat een onvervalste klassieker op het programma: de partij tussen Rik Slaman en Piet Reus. Op het Westfries kampioenschap spelen ze voor de achtste keer tegen elkaar. Na zes nullen op rij in hun onderlinge strijd tekent Rik voor zijn tweede remise tegen de routinier van Schaaklust.

Ook zij spelen een Franse partij. Zwart gaat met een pion achterstand het middenspel in, maar hij kan snel veel stukken activeren en na dameruil heeft Piet gelijkwaardig tegenspel. De Andijker verdubbelt zijn torens op de half open c-lijn. Beide spelers hebben lopers van ongelijke kleur en komen niet veel verder. Zetherhaling op de koningsvleugel levert uiteindelijk remise op.

 

Copyright © 2010-2024 Westfries Schaken Kampioenschap All rights reserved.
This site is using the Desk Mess Mirrored theme, v2.5, from BuyNowShop.com.