Hernieuwde kennismaking met schakend Wervershoof

Posted by Co Buysman on 2 april 2015 in Verslag |

In zaal 12 van het sociaalcultureel centrum De Schoof in Wervershoof hangt een prachtige oude foto in schaakkleuren (zwartwit) van molen De Hoop. De eerste steen zou op 11 april 1889 zijn gelegd. Precies twee jaar eerder heeft een Wervershoofse schaker zijn oplossing van een probleemstelling in dagblad De Tijd ingestuurd.
De zesde ronde van het Westfries kampioenschap wordt in het spiksplinternieuwe gebouw gehouden. Voor het eerst sinds lange tijd is schaakclub Revanche gastheer. Voor de onderlinge competitie wijken de spelers uit naar de grote ruimte met de bar erin. In het midden van de zaal staan twee biljarts. Aan de ene kant zitten zes Revanchers te schaken, aan de overzijde vier. Maar regelmatig staan ze op en komen langs in zaal 12 om te kijken hoe veertien Westfriese schaaktoppers het doen.
Schaken en Wervershoof is geen alledaagse combinatie, tenminste vroeger. Ik heb de afgelopen jaren de schaakrubrieken van veel landelijke en regionale kranten gelezen en in de periode vanaf 1846 tot heden ben ik slechts drie Wervershoofse namen tegengekomen.
De eerste is van P.K. Bakker, de man van de oplossing in De Tijd van 11 april 1887. Het jaar ervoor heeft hij 21 keer de juiste sleutelzet gevonden, in 1887 is er 24 maal een brief van hem naar de redactie van de Amsterdamse krant gegaan. In 1897 doet ook A. Bakker – familie? – mee, al houdt hij het bij twee oplossingen. Van de honderden mij bekende Westfriezen die in de afgelopen 170 jaar probleemstellingen hebben opgelost, zijn zij de enige twee uit Wervershoof. Wel meldt De Tijd van 29 oktober 1940 nog dat J. Morsch uit Wervershoof meedoet aan een wedstrijd correspondentieschaken. Zijn eerste tegenstander is M. van Wulften uit Amsterdam. De uitslag heb ik niet kunnen vinden.
Na de Tweede Wereldoorlog komt ook in Westfriesland het schaakleven weer op gang en na een simultaanwedstrijd in café Kuin, met Jan Dekker als de dappere eenling, wordt besloten om voor Andijk-Wervershoof een schaakclub op te richten. Het Nieuw Noordhollands Dagblad van woensdag 26 januari 1949 meldt: ,,Het moet toch kunnen dat er in Andijk-Wervershoof met hun vele goede dammers ’n schaakclub opgericht kan worden. Liefhebbers, toont dus uw belangstelling en neemt bord en schaakstukken mee.’’ Jan Dekker, C. Beemsterboer en J. Nieuweboer vormen het eerste bestuur.
De vereniging houdt het niet lang vol, maar eind jaren zeventig vindt een nieuwe poging plaats en ziet Revanche het levenslicht. Het gaat nu beter met de schaaksport in Wervershoof. De club wordt door twee man vertegenwoordigd in het Westfries kampioenschap, in 1983 en 1984. Bertus Droog doet beide keren mee en op deze avond in de nieuwe Schoof, ontbreekt hij ook niet. Bertus heeft geen clubpartij en staat in zaal 12 regelmatig bij de borden van WFK-koploper Piet Reus en Jaap Gorter, een van de twee titelverdedigers. Want Bertus is tevens lid van Schaaklust uit Andijk en Piet en Jaap zijn dus clubgenoten. Schaaklust-voorzitter Arjen Vriend komt eveneens langs; aan supporters geen gebrek.
Met Jaap kijk ik overigens nog even terug naar het kampioenschap van 1987. Een jaar eerder heeft Arie Karreman voor de tiende keer de Westfriese titel veroverd, maar de editie van 1987 krijgt een debutantkampioen: Dimitri Reinderman. Aan het huidige evenement neemt Nick Manshanden deel. Het 16-jarige talent van Caïssa-Eenhoorn is niet de jongste speler ooit, want die is de huidige Amsterdamse grootmeester die in de lente van 1987 veertien jaar jong was. Hij had in de tweede ronde van Jaap Gorter gewonnen, verloor zijn slotpartij van Soes Martojo en eindigde gelijk met Jaap die in de zevende ronde Thomas Balla versloeg. ,,In de barrage was Dimitri veel te sterk voor mij’’, weet de Schaaklust-routinier nog.
Maar we hebben het over Revanche dat in 1983 René Spruit als tweede deelnemer aan het Westfries kampioenschap afvaardigt en in 1984 Ton Stokkermans. Bertus Droog verovert in zijn debuutseizoen drie punten en vooral in de tweede ronde speelt hij een geweldige partij tegen Freek van Setten (De Groene Zes) die evenwel in remise eindigt. Voor René Spruit is er een zeer bescheiden rol weggelegd, Ton Stokkermans draait lang goed mee. In de onderlinge (eerste) ronde wint hij van Bertus en na zes partijen staat hij slechts op een half punt van koploper Soes Martojo. De slotronde begint met zes kanshebbers voor de titel; Soes verslaat Ton en wordt de verrassende kampioen.
Daarmee houdt de inbreng van Revanche op het Westfries kampioenschap op. Wel doet in 1984 Jan Groen – de huidige wedstrijdleider van Revanche – mee, maar dan is hij lid van Attaqueer. En in 1998 speelt Robin Sneeuw mee namens Torenhoog.
En nu, in de pas begonnen lente van 2015, zijn we te gast bij Revanche. De hernieuwde kennismaking met schakend Wervershoof bevalt prima. Wat zal het mooi zijn als de vereniging volgend jaar ook tot het deelnemersveld behoort!

Voor de eerste maal bij het Westfries kampioenschap zitten Piet Reus en Ronald Ritsema tegenover elkaar, de koploper contra de titelverdediger. Het wordt een Frans spektakelstuk. Na tien zetten heeft de met wit spelende ranglijstaanvoerder een triplepion op de c-lijn. Er wordt van twee kanten scherp gespeeld en de rokades blijven achterwege, waardoor de koningen nauwelijks bescherming genieten. Lange tijd staat Piet wat minder, maar kan in het begin van het eindspel plotseling een stuk veroveren en dan zijn rollen ineens omgedraaid. In wederzijdse lichte tijdnood geeft hij echter het stuk terug. Het stelt hem wel in staat om naar zetherhaling toe te werken, waardoor hij dankzij de remise het punt voorsprong op Ronald vasthoudt.

Piet Reus (1859) – Ronald Ritsema (2004) ½-½

Lourens van Veelen staat aan het begin van de avond een halfje achter op Piet Reus en treft in Rob van den Heuvel een opponent die hij in 2013 – ook met wit – heeft verslagen. De KTV’er toont aan zich goed te hebben voorbereid. Al snel verdwijnen de dames van het bord, waarna Lourens het initiatief naar zich toetrekt en niet meer uit handen geeft. Met zorgvuldig spel versterkt hij zijn stelling beetje bij beetje. Tussen de dameruil en de eerste tijdcontrole brengt hij liefst vijftien keer een paard in beweging en met dat gespring houdt hij zwart in een ijzeren greep. De torens en het loperpaar van Rob zijn tot passiviteit veroordeeld. De oud-kampioen houdt lang stand, maar zijn verdediging kraakt als de witspeler het centrum openbreekt. Na een afruil moet zwart de kwaliteit geven om te voorkomen dat vrijpionnen op b5 en c5 doorlopen. In het eindspel van toren tegen loper krijgt Lourens, die een schitterende partij speelt, een vrijpion op de h-lijn die de favoriet van schaakclub Aartswoud niet meer kan afstoppen.

Lourens van Veelen (1862) – Rob van den Heuvel (1966) 1-0
1. e4 Pf6 2. e5 Pd5 3. d4 d6 4. c4 Pb6 5. exd6 cxd6 6. Pc3 g6 7. Le3 Lg7 8. Tc1 0-0 9. b3 e5 10. dxe5 dxe5 11. Dxd8 Txd8 12. c5 P6d7 13. Lc4 Pf8 14. Pb5 Pc6 15. Pd6 Pe6 16. Pf3 Lf8 17. Lg5 Td7 18. Pe8 Pxg5 19. Pxg5 Lg7 20. Pd6 Pd8 21. 0-0 h6 22. Pge4 Kf8 23. Tfd1 Te7 24. Pc3 Pc6 25. Pd5 Td7 26. Lb5 Td8 27. Lxc6 bxc6 28. Pb4 Le6 29. Pxc6 Td7 30. Te1 f6 31. h3 Tc7 32. Pd4 Ld5 33. P4b5 Tc6 34. Ted1 Le6 35. Pb7 Ke7 36. Pa5 Ta6 37. b4 Tc8 38. a3 Ld7 39. Pd6 Tc7 40. Pac4 La4 41. Te1 Tac6 42. Tc3 Ke6 43. f4 Te7 44. Pb2 Ta6 45. Pbc4 Tc6 46. fxe5 fxe5 47. Tce3 Kd7 48. Pxe5+ Lxe5 49. Txe5 Txe5 50. Txe5 a5 51. b5 Txd6 52. cxd6 Kxd6 53. Te3 Lxb5 54. Kf2 Kd5 55. g4 Lc4 56. Te8 h5 57. gxh5 gxh5 58. Th8 Kd4 59. Txh5 a4 60. Tg5 Kc3 61. Tg3+ Kb2 62. h4 Lb3 63. h5 Kxa3 64. h6 Ka2 65. h7.

Net als in 2012 treft Jaap Gorter in de vijfde ronde Rik Slaman als opponent. In een korte partij zegevierde de oud-kampioen van Schaaklust met zwart. In Wervershoof neemt de Torenhoog-troef revanche, al krijgt hij daar pas in het verre eindspel zekerheid over. Aanvankelijk lijkt zwart wat gedrukt te staan, maar hij kan een naar f6 doorgeschoven pion – die twee verdedigers heeft – driemaal aanvallen. Op de half open f-lijn neemt wit direct de f7-pion met zijn verdubbelde torens onder vuur. Met een paardzet verbreekt Rik evenwel de band tussen beide stukken, waardoor Jaap de kwaliteit moet geven om druk op de koningsstelling te houden. De prima samenwerking van het Andijker materiaal verplicht de zwartspeler de kwaliteit terug te geven en na een grote afruil belanden de twee in een lopereindspel met elk vijf pionnen. Als de witveldige lopers verdwijnen is een remisestelling bereikt. Wit kan de oppositie nemen en staat ineens verloren, wanneer hij daaruit stapt.

Jaap Gorter (1968) – Rik Slaman (1824) 0-1

De WFK-prestaties van Nick Manshanden lijken enigszins op die van Dimitri Reinderman in 1987: wisselvallig. Beiden lijden na een goede start een onnodige eerste nederlaag. Als in het verdere verloop het 14-jarige Caïssa-talent de buit denkt binnen te halen, verliest hij weer en dat overkomt ook Nick die bij een zege op clubgenoot Erik Romkes nog titelkansen zou hebben. Aanvankelijk is er niets aan de hand. Wit heeft een kleine voorsprong in ontwikkeling, maar slaat onverwachts toe in het begin van het middenspel. Hij beschikt over de Horowitz-lopers: lopers naast elkaar die vaak erg gevaarlijk zijn. Zwart denkt een centrumpion te kunnen veroveren, maar dat kost hem een stuk. Als Erik na een grote afruil een onbeschermd paard kan verdedigen, beseft Nick dat er voor hem op deze avond geen eer te behalen is.

Erik Romkes (1755) – Nick Manshanden (1777) 1-0

Wildwest in Wervershoof. Dat is het zien in de partij tussen Lukas Boots en Sjoerd Kelder. De twee spelen een onduidelijke variant van het Scandinavisch en al op de zesde zet neemt wit veel te veel risico. Met een dameschaak weerlegt zwart 6. Pxf7 en meteen verkeert de vertegenwoordiger van De Pionier in grote moeilijkheden. Het opheffen van het schaak kost een stuk: het paard op f7. Met actief spel handhaaft Sjoerd de enorme druk op de witte stelling. Er wordt veel geruild en tussen de bedrijven door pakt de Caïssa-Eenhoorn-speler nog twee pionnetjes mee. Als alleen een zwart paard overblijft (en drie witte om vijf zwarte pionnen), weet Lukas dat het avontuur voor hem onsuccesvol eindigt.

Lukas Boots (1687) – Sjoerd Kelder (1864) 0-1

Voor Dirk Lont en Jan Stapel is het een druk voorjaar. De routiniers van Caïssa-Eenhoorn en schaakclub Aartswoud doen ook mee aan het lenteveteranenkampioenschap van de Noordhollandse Schaakbond, op zeven woensdagmiddagen in de theaterzaal van het Hoornse verpleeghuis Lindendael. Opvallend is dat Jan daar uitstekend meedraait en op het WFK moeizamer presteert. In Hoorn heeft hij gewonnen van Peter Roggeveen (ZSC-Saende, rating 2019) en Jan Rot (Het Witte Paard, 1844) en remise gespeeld tegen titelverdediger Wim Nieland (De Waagtoren, 1906) en deze week oud-kampioen Frans Vlugt (Volendam, 1858). Stuk voor stuk sterke tegenstanders. Dirk op zijn beurt staat op een score van vijftig procent dankzij prima remises tegen Peter van Waert (De Groene Zes, 1979) en Wim Nieland, een onverwachte verliespartij tegen Tom Adriaanse (MSC, 1728) en winst tegen Wim Driessen (De Waagtoren, 1736).
En dan zijn partijen op het Westfries kampioenschap toch anders, zo blijkt. In hun onderlinge strijd verbreken Dirk en Jan het evenwicht niet. Omdat lange tijd alle pionnen op het bord blijven (op de 25e zet wordt de enige witte en zwarte geslagen), is het wat behoedzaam manoeuvreren. Met zijn zwarte stukken zet de Aartswoud-speler een aanval op de koningsvleugel op, maar die kan wit pareren en als er geen vooruitgang te bereiken is, gaan beiden akkoord met remise.

Dirk Lont (1775) – Jan Stapel (1740) ½-½

Rik van Ingen (1810) – Peter van der Schee (1931) ½-½ reglementair

Twee keer eerder stond er een WFK-partij tussen Jos Vlaar en Andrew Weltevreden op het programma. In 2007 waren beide spelers even sterk in de zevende ronde, in 2013 won de Attaqueer-voorzitter in de zesde ronde en nu neemt Andrew revanche, waarmee hij op een score van vijftig procent komt. Zoals in eerdere weken is gebeurd, gaat Jos aanvankelijk gelijk op met zijn tegenstander. In het middenspel worden alle lopers geruild en staat wit een fractie beter, omdat hij de meeste pionnen meer naar voren heeft geposteerd. Het gaat mis als zijn dame verdedigster van een achtergebleven pion op d4 is en tevens de leiding wil nemen voor een mataanval op h7. Die dubbelfunctie pakt slecht uit, want Andrew kan de pion met schaak slaan en vervolgens het kwetsbare punt h7 versterken. Aansluitend kost een alles-of-niets-zet een paard en staat wit na dameruil verloren.

Jos Vlaar (1718) – Andrew Weltevreden (1702) 0-1

Copyright © 2010-2024 Westfries Schaken Kampioenschap All rights reserved.
This site is using the Desk Mess Mirrored theme, v2.5, from BuyNowShop.com.